Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Het Aantal Meetpaden Vastleggen; Sensorafstand - Flexim FLUXUS G800 Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

FLUXUS G80x
Een gedeactiveerd kanaal wordt tijdens de meting genegeerd. De parameters ervan blijven ongewijzigd.
Als de datalogger of de seriële interface geactiveerd is, moet u nu het meetpuntnummer intoetsen:
A:Meetpunt-nr.:
xxx (↑↓← →)
11.5

Het aantal meetpaden vastleggen

A: Signaalverloop
A: Signaalverloop
2
NUM
2
NUM
11.6

Sensorafstand

Sensor afstand
A:54 mm Reflec
De sensorafstand is de afstand tussen de binnenkanten van de sensoren (zie paragraaf 3.3).
Voor zeer kleine buizen is bij een meting in de diagonale mode een negatieve sensorafstand mogelijk.
Opmerking!
De nauwkeurigheid van de aanbevolen sensorafstand hangt af van de nauwkeurigheid van de inge-
toetste buis- en mediumparameters.
74
Toets het meetpuntnummer in. Druk op ENTER.
Als er in de onderste regel rechts pijlen in beeld verschijnen, kunt u ASCII-tekst invoeren.
Als er geen pijlen in beeld verschijnen, kunt u alleen cijfers, een punt of een liggend
streepje intoetsen.
Het apparaat stelt een waarde voor het aantal meetpaden overeenkomstig de aangeslo-
ten sensoren en de ingevoerde parameters voor. Verander de waarde, indien nodig.
Druk op ENTER.
Voor het vastleggen van het aantal meetpaden, zie paragraaf 3.3.
Het apparaat stelt een waarde voor de sensorafstand voor. Bevestig de sensoren (zie
hoofdstuk 8). Stel waarde voor de sensorafstand opnieuw in.
Druk op ENTER.
A - meetkanaal
Reflec - reflectieopstelling
Diagon - doorstralingsopstelling
11 Fundamenteel meetproces
UMFLUXUS_G8V4-3-3NL, 2018-10-10

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Fluxus g801

Inhoudsopgave