14 Datalogger en gegevensoverdracht
14.1.3
Instellingen voor de datalogger
Kies Spec. functie\SYSTEEM inst.\Opslaan. Er zijn de volgende menupunten:
• ringbuffer
• opslagmodus
• de waarden van de totalisatoren opslaan
• de signaalamplitude opslaan
• de geluidssnelheid opslaan
• geluidssignaal bij het opslaan
Ringbuffer
Het instellen van de ringbuffer heeft invloed op het opslaan van de meetwaarden zodra de datalogger vol is:
• Als de ringbuffer geactiveerd is, wordt de dataloggerruimte gehalveerd. De oudste meetwaarden worden telkens over-
geschreven. De ringbuffer heeft alleen gevolgen voor de dataloggerruimte die bij het activeren vrij was. Als u meer da-
taloggerruimte nodig heeft, moet u eerst het datalogger wissen.
• Als de ringbuffer gedeactiveerd is, wordt het opslaan van de meetwaarden beëindigd.
Ringbuffer
uit
>AAN<
Opslagmodus
Opslagmodus
>VOORB.<
gemidd
Opmerking!
De opslagmodus heeft geen invloed op de uitgangen.
Opmerking!
Opslagmodus = gemidd
De gemiddelde waarde van de meetgrootheid wordt berekend alsook de gemiddelde waarde van an-
dere grootheden die toegewezen werden aan het meetkanaal.
Als het log interval (zie gedeelte 14.1.2) < 5 s gekozen is, wordt voorb. gebruikt.
Als er geen gemiddelde waarde over het hele log interval berekend kon worden, wordt de waarde als
ongeldig gemarkeerd. In het ASCII-bestand van de opgeslagen meetwaarden verschijnt "???" in
plaats van ongeldige gemiddelde waarde van de meetwaarde.
De totalisatoren opslaan
zie paragraaf 13.3
De signaalamplitude opslaan
Store Amplitude
uit
>aan<
De geluidssnelheid van het medium opslaan
Opslaan c-Medium
uit
>AAN<
De diagnosewaarden opslaan
Store diagnostic
uit
>AAN<
UMFLUXUS_F8V4-3-3NL, 2018-10-10
Kies de wijze van reactie van de ringbuffer. Druk op ENTER.
Kies de opslagmodus. Druk op ENTER.
Als voorb. gekozen is, wordt de huidige meetwaarde voor het opslaan en de online-over-
dracht gebruikt.
Als gemidd gekozen is, wordt de gemiddelde waarde van alle ongedempte meetwaarden
van een log interval voor dat opslaan en de online-overdracht gebruikt.
Als aan gekozen is en de datalogger geactiveerd is, wordt de amplitude van het gemeten
signaal samen met de meetwaarden opgeslagen. Druk op ENTER.
Als aan gekozen is en de datalogger geactiveerd is, wordt de geluidssnelheid van het me-
dium samen met de meetwaarden opgeslagen. Druk op ENTER.
Als aan gekozen is en de datalogger geactiveerd is, worden de diagnosewaarden samen
met de meetwaarden opgeslagen. Druk op ENTER.
FLUXUS ADM 8x27
91