Download Print deze pagina

HEIDENHAIN iTNC 530 Gebruikershandboek pagina 190

Verberg thumbnails Zie ook voor iTNC 530:

Advertenties

Details op het opspanningsniveau instellen
Opspanning: het nummer van de opspanning wordt getoond. Na de
schuine streep wordt het aantal opspanningen op dit niveau
getoond
Nulpunt: voer het nulpunt voor de opspanning in
NP-tabel: voer de naam en het pad van de nulpunttabel in die voor
de bewerking van het werkstuk geldt. De invoer wordt in het
werkstukniveau overgenomen.
NC-macro: bij gereedschapsgeoriënteerde bewerking wordt de
macro TCTOOLMODE in plaats van de normale
gereedschapswisselmacro uitgevoerd.
Veil. hoogte: (optioneel): veilige positie voor de afzonderlijke assen
gerelateerd aan de opspanning
Voor de assen kunnen veiligheidsposities worden
opgegeven die met SYSREAD FN18 ID510 NR 6 door NC-
macro's kunnen worden uitgelezen. Met SYSREAD FN18
ID510 NR 5 kan worden vastgesteld of er in de kolom een
waarde is geprogrammeerd. De opgegeven posities
worden alleen benaderd wanneer deze waarden in de NC-
macro's worden gelezen en dienovereenkomstig worden
geprogrammeerd
Werkstukniveau instellen
Werkstuk: het nummer van het werkstuk wordt getoond. Na de
schuine streep wordt het aantal werkstukken binnen dit
opspanningsniveau getoond.
Methode: u kunt de bewerkingsmethoden WORKPIECE ORIENTED
resp. TOOL ORIENTED selecteren. In de tabelweergave verschijnt
de invoer WORKPIECE ORIENTED met WPO en TOOL ORIENTED
met TO.
Met de softkey KOPPELEN/SCHEIDEN markeert u werkstukken
waarmee bij de gereedschapsgeoriënteerde bewerking bij de
berekening van de arbeidscyclus rekening wordt gehouden.
Gekoppelde opspanningen worden met een onderbroken
scheidingslijn aangeduid, gescheiden opspanningen met een
ononderbroken lijn. In de tabelweergave worden gekoppelde
werkstukken in de kolom METHOD met CTO aangeduid.
Status: met de softkey ONBEWERKT WERKSTUK wordt het werkstuk als
nog niet bewerkt aangeduid en in het veld Status wordt BLANK
ingevoerd. Gebruik de softkey VRIJE PLAATS als u een werkstuk bij
de bewerking wilt overslaan. In het veld Status verschijnt EMPTY
Stel de methode en status bij het pallet- resp.
opspanningsniveau in. De invoer wordt voor alle
bijbehorende werkstukken overgenomen.
Bij meerdere werkstukvarianten binnen hetzelfde niveau
moeten werkstukken van een bepaalde variant na elkaar
worden ingevoerd. Bij een gereedschapsgeoriënteerde
bewerking kunnen de werkstukken van de desbetreffende
variant dan met de softkey KOPPELEN/SCHEIDEN
gemarkeerd en groepsgewijs bewerkt worden.
190
4 Programmeren: basisbegrippen, bestandsbeheer, programmeeronder-steuning, palletbeheer

Advertenties

loading

Gerelateerde Producten voor HEIDENHAIN iTNC 530