Via machineparameter 7680 wordt vastgelegd of de
regelsprong bij geneste programma's in regel 0 van het
hoofdprogramma begint, of in regel 0 van het programma
waarin de programma-uitvoering het laatst onderbroken
werd.
Met de softkey 3D ROT kunt u het coördinatensysteem
voor het benaderen van de startpositie tussen gezwenkt/
niet-gezwenkt en actieve richting van de gereedschapsas
omschakelen.
Wanneer de regelsprong in een pallettabel moet worden
toegepast, kies dan eerst met de pijltoetsen in de
pallettabel het programma dat u wilt openen en kies dan
direct de softkey SPRONG NAAR REGEL N.
Alle tastcycli worden bij een regelsprong door de TNC
overgeslagen. Resultaatparameters die door deze cycli
worden beschreven, bevatten dan eventueel geen
waarden.
De functies M142/M143 en M120 zijn bij een regelsprong niet
toegestaan.
De TNC wist, voordat de regelsprong wordt gestart,
verplaatsingen die u tijdens het programma met M118
(handwiel-override) hebt uitgevoerd.
Wanneer een regelsprong wordt uitgevoerd in een
programma dat M128 bevat, voert de TNC eventueel
compensatiebewegingen uit. De
compensatiebewegingen hebben prioriteit boven de
benaderingsbeweging.
Eerste regel van het actuele programma als begin voor de
regelsprong kiezen: GOTO "0" invoeren.
Regelsprong kiezen: softkey REGELSPRONG
indrukken
Regelsprong tot N: nummer N van de regel invoeren,
waar de regelsprong moet eindigen
Programma: naam van het programma invoeren, waarin
regel N staat
Herhalingen: aantal herhalingen invoeren, waarmee
bij de regelsprong rekening moet worden gehouden,
als regel N in een herhaling van een programmadeel
staat
Regelsprong starten: externe START-toets indrukken
Contour benaderen (zie volgend gedeelte)
HEIDENHAIN iTNC 530
685