Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Pattern Def Gebruiken; Afzonderlijke Bewerkingsposities Definiëren - HEIDENHAIN iTNC 530 Gebruikershandboek

Verberg thumbnails Zie ook voor iTNC 530:
Inhoudsopgave

Advertenties

PATTERN DEF gebruiken

Zodra u een patroondefinitie hebt ingevoerd, kunt u deze met de
functie CYCL CALL PAT oproepen (zie "Cyclusoproep met CYCL CALL
PAT" op bladzijde 339). De TNC voert dan de laatst gedefinieerde
bewerkingscyclus op het door u gedefinieerde bewerkingspatroon uit.
Een bewerkingspatroon blijft actief totdat u een nieuw
patroon definieert, of met de functie SEL TABEL een
punttabel hebt gekozen.
Afzonderlijke bewerkingsposities definiëren
U kunt maximaal 9 bewerkingsposities invoeren, invoer
telkens met de ENT-toets bevestigen.
Wanneer u een werkstukoppervlak in Z ongelijk aan 0
definieert, dan werkt deze waarde aanvullend op het
werkstukoppervlak Q203 dat u in de bewerkingscyclus
hebt gedefinieerd.
X-coördinaat bewerkingspos. (absoluut): X-
coördinaat invoeren
Y-coördinaat bewerkingspos. (absoluut): Y-
coördinaat invoeren
Coordinaat werkstukoppervlak (absoluut): Z-
coördinaat invoeren waarbij de bewerking moet
starten
HEIDENHAIN iTNC 530
Voorbeeld: NC-regels
10 L Z+100 R0 FMAX
11 PATTERN DEF
POS1 (X+25 Y+33,5 Z+0)
POS2 (X+50 Y+75 Z+0)
347

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Gerelateerde Producten voor HEIDENHAIN iTNC 530

Inhoudsopgave