Hoekstap Q378 (incrementeel): hoek waarmee de
complete sleuf wordt geroteerd. Het centrum van de
rotatie ligt in het midden van de steekcirkel
Aantal bewerkingen Q377: aantal bewerkingen op de
steekcirkel
Aanzet frezen Q207: verplaatsingssnelheid van het
gereedschap bij frezen in mm/min
Freeswijze Q351: soort freesbewerking bij M3:
+1 = meelopend frezen
–1 = tegenlopend frezen
Diepte Q201 (incrementeel): afstand
werkstukoppervlak – bodem van de sleuf
Diepte-instelling Q202 (incrementeel): maat
waarmee het gereedschap telkens wordt verplaatst;
waarde groter dan 0 invoeren
Overmaat voor dieptenabewerking Q369
(incrementeel): overmaat voor nabewerking voor de
diepte
Aanzet diepteverplaatsing Q206:
verplaatsingssnelheid van het gereedschap bij het
verplaatsen naar diepte in mm/min
Verplaatsing nabewerken Q338 (incrementeel): maat
waarmee het gereedschap bij de nabewerking in de
spilas wordt verplaatst. Q338=0: nabewerken in een
verplaatsing
HEIDENHAIN iTNC 530
429