Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Polariteitsaanduiding; Verzwakkernauwkeurigheid - Philips PM2440 BZ1278 Handleiding

Gelijkspanningsmicrovoltmeter
Inhoudsopgave

Advertenties

26
— Stel met behulp van potentiometer R2 („0") de meteraanwijzing
op minimum in.
— Zet de meetgebiedenschakelaar SK2 in stand „CAL.". De aan-
wijzing van de meter moet nu precies 300 schaaldelen zijn. Even-
tueel voor R86 en/of R87 (fig. 18) een andere waarde (andere
waarden) monteren.
— Herhaal de punten F en G.
H. POLARITEITSAANDUIDING
Zet de meetgebiedenschakelaar SK2 in stand „ 3 mV".
Sluit op de ingangsbussen BU1 en BU2 een positieve spanning
aan van 3 mV.
Het indicatiebuisje voor positieve spanningen moet nu oplichten
en het indicatiebuisje voor negatieve spanningen doven.
Zet de meetgebiedenschakelaar SK2 in stand „30 mV". Het indi-
catiebuisje voor positieve spanningen moet nog juist oplichten.
Controleer volgens de voorgaande punten ook het indicatiebuisje
voor negatieve spanningen met een negatieve spanning van 3 mV.
De meteraanwijzingen voor gelijke positieve en negatieve span-
ningen mogen maximaal 0,5% verschillen.
J• VERZWAKKERNAUWKEURIGHEID
De weerstandswaarde van de verzwakker-weerstanden R3 en R4
moet samen 98 MS2 ± 0,25% bedragen.
Eventueel voor R3 (fig. 14) een andere waarde kiezen.
Zet de meetgebiedenschakelaar SK2 in stand „3 mV".
Sluit op BU2 een positieve spanning aan van 3 mV.
Stel met potentiometer R1 de meterwijzer op precies 300 schaal-
delen in.
— Verwijder de spanning van BU2 en sluit op BU3 een positieve
spanning aan van 300 mV.
Stel met potentiometer R16 (fig. 10 en 11) de meterwijzer op 300
schaaldelen in. Wanneer deze instelling niet mogelijk is, moet
voor R21 (fig. 14) een weerstand met een andere waarde worden
gemonteerd.
Controleer alle meetgebieden bij volle schaaluitslag volgens de
tabel op blz. 27.
Het laatste gebied (1000 V) mag ook bij b.v. 300 V worden gecon-
troleerd. De tolerantie is dan echter + of —2,5%.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave