27
V; (BU2)
V; (BU3)
SK2 (rood)
SK2 (zwam)
Aanwijzing
0-100
0-3G0
0,1 mV
0,1 mV
96-104
•
0,3 mV
0,3 mV
294-306
1
mV
1
mV
98-102
3
mV
3
mV
294-306
]0
mV
]0 mV
10
mV
10 mV
98-102
30
mV
30 mV
30
mV
30 mV
294-306
100
mV
100 mV
100
mV
]00 mV
98-102
300
mV
300 mV
300
mV
300 mV
294-306
1
V
1
V
1
V
1
V
98-102
3
V
3
V
3
V
3
V
294-306
10
V
10
V
10
V
]0
V
98-102
30
V
30
V
294-306
100
V
100
V
98-102
300
V
300
V
294-306
1000
V
1000
V
98-102
K. METERSCHAAL
— Zet de meetgebiedenschakelaar SK2 in de stand „1 V".
— Sluit op bus•BU2 gelijkspanningen van achtereenvolgens 1 - 0,8 -
0,6 - 0,4 - 0,3 - 0,2 en 0,1 V aan.
De aanwijzing moet steeds binnen + of —1,5% van de volle
schaaluitslag blijven volgens nevenstaande tabel.
Vr (BU2)
Aanwijzing
1
V
0,8 V
0,6 V
0,4 V
0,3 V
0,2 V
0,1 V
100 (ref. pt.)
78,5 — 81,5
58,5 — 61,5
38,5 — 41,5
28,5 — 31,5
18,5 — 21,5
8,5 —11,5
L. NETSPANNINGSAFHANKELIJKHEID
— Zet de meetgebiedenschakelaar SK2 in stand „10 V".
— Sluit op ingangsbus BU2 een gelijkspanning van zodanige waarde
aan, dat de meter 100 schaaldelen aanwijst.
— Varieer de netspanning + of —5%. Na 1 minuut mag de aanwij-
zing niet meer dan 3% zijn veranderd.