Algemene faxproblemen
Tabel 16-5
Algemene faxproblemen
Probleem
Er is een fax verzonden nadat er op het
bedieningspaneel op
Voor alle uitgaande faxen wordt dezelfde
factuurcode gebruikt.
De functie
Fax
op het beginscherm of is niet
beschikbaar, ook al is deze
ingeschakeld.
Problemen met het ontvangen van faxen
Tabel 16-6
Problemen met het ontvangen van faxen
Probleem
Het faxaccessoire reageert niet op
inkomende faxoproepen.
Faxen worden zeer langzaam
verzonden.
248 Hoofdstuk 16 Problemen oplossen
Oorzaak
De knop
Stop
was gedrukt.
al volledig zijn gescand en in de
taakwachtrij staan.
Voor alle faxen wordt de
standaardfactuurcode gebruikt.
wordt niet weergegeven
Als u het analoge faxaccessoire gebruikt,
is dit mogelijk niet goed aangesloten of
functioneert dit niet goed.
Als u gebruikmaakt van een
netwerkfaxservice of een Internet-
faxservice, is het apparaat mogelijk
geconfigureerd om een interne modem
te gebruiken.
Oorzaak
Mogelijk is de telefoonlijn geen analoge
telefoonlijn.
Mogelijk is het telefoonsnoer defect of
niet goed aangesloten.
Mogelijk werkt de telefoonlijn niet.
Mogelijk wordt de inkomende fax
onderschept door een
antwoordapparaat.
Mogelijk is de fax zeer ingewikkeld.
Mogelijk is de fax ingesteld op een hoge
resolutie.
Stop
annuleert geen faxen die
Oplossing
Een fax die in de taakwachtrij staat, kunt
u op het bedieningspaneel annuleren
met de functie Taakstatus. Zie
annuleren op pagina
174.
Als u voor verschillende faxtaken
verschillende factuurcodes wilt
gebruiken, stelt u de functie
Factuurcodes
in op
Factuurcodes
Bij elke faxtaak verschijnt er dan een
prompt waarmee u een andere
factuurcode kunt invoeren dan de
standaardfactuurcode. Zie
Menu Fax
instellen op pagina
136.
Neem contact op met een erkende
ondersteuningsleverancier van HP.
Controleer of de faxverzendmethode
niet is ingesteld op Interne modem. Zie
Menu Fax instellen op pagina
Oplossing
Voor de faxfunctie is een analoge
telefoonlijn vereist. Digitale
telefoonlijnen en VoIP-lijnen worden niet
ondersteund.
Controleer of u het telefoonsnoer
gebruikt dat bij het faxaccessoire is
geleverd. Controleer ook of het
telefoonsnoer aan beide kanten goed is
aangesloten.
Sluit een telefoon aan op de
wandcontactdoos en controleer of u een
kiestoon hoort en een gesprek kunt
voeren.
Zet de instelling
Aantal belsignalen
een lager getal zodat het apparaat de fax
eerder aanneemt dan het
antwoordapparaat.
Ingewikkelde faxen hebben een langere
verzend- en ontvangstduur.
Vraag de afzender een lagere resolutie
te gebruiken.
Faxen
aan.
136.
op
NLWW