4.
Selecteer bij Reeks machtigingen de aan deze gebruiker of groep toe te wijzen reeks
machtigingen.
5.
Klik op OK om de nieuwe gebruiker of groep toe te voegen.
Toewijzingen van reeksen machtigingen voor bestaande Windows- of LDAP-gebruikers of -groepen
bewerken
Voor Windows- en LDAP-gebruikers en -groepen volgt u dezelfde procedure.
1.
Selecteer een gebruiker of groep in het gedeelte Windows-gebruikers en -groepen of LDAP-
gebruikers en -groepen en klik op Bewerken. De pagina Toewijzingen bewerken wordt
geopend.
2.
Bij Gebruiker of groep selecteert u Gebruiker of Groep.
3.
Bij Naam netwerkgebruiker of -groep voert u de naam voor de gebruiker of groep in.
OPMERKING:
al op het netwerk is gedefinieerd. Gebruik het volledige pad domein\gebruiker of domein\groep.
4.
Selecteer bij Reeks machtigingen de reeks machtigingen die u aan deze gebruiker of groep wilt
toewijzen, afhankelijk van het gemaakte soort toewijzing.
5.
Klik op OK om de wijzigingen op te slaan.
Toewijzingen van reeksen machtigingen voor bestaande Windows- of LDAP-gebruikers of -groepen
verwijderen
Voor Windows- en LDAP-gebruikers en -groepen volgt u dezelfde procedure.
1.
Selecteer een gebruiker of groep in het gedeelte Windows-gebruikers en -groepen of LDAP-
gebruikers en -groepen en klik op Verwijderen.
2.
U wordt via een bericht gewaarschuwd dat u de gebruiker of groep gaat verwijderen. Klik op OK
om de gebruiker of groep te verwijderen of klik op Annuleren om terug te gaan naar het vorige
scherm zonder de gebruiker of groep te verwijderen.
Nieuwe apparaatgebruikersaccounts toevoegen en reeksen machtigingen toewijzen
1.
Klik op het tabblad Gebruikers/groepen in het gedeelte Apparaatgebruikersaccounts op
Nieuw.
2.
Er verschijnt een automatisch gegenereerde toegangscode. Als u de toegangscode wijzigt, zorg
er dan voor dat deze uniek is en uit vijf cijfers bestaat.
3.
Voer de volledige naam van de gebruiker en het e-mailadres in (het e-mailadres is optioneel). De
naam moet uniek zijn.
4.
Voer de netwerknaam van de gebruiker in (optioneel). Deze naam wordt gebruikt voor de toegang
tot apparaatfuncties waarvoor een netwerkaccount vereist is. De naam moet uniek zijn en
overeenkomen met de volledige accountnaam, inclusief het domein. Bijvoorbeeld: DOMEIN/
gebruikersnaam.
5.
Selecteer de reeks machtigingen die u aan de gebruiker wilt toewijzen. Zie
op pagina
6.
Klik op Opslaan en een andere account toevoegen om nog een gebruikersaccount toe te
voegen, of klik op OK als u klaar bent met het toevoegen van gebruikers.
NLWW
De toewijzingsnaam moet overeenkomen met de gebruikers- of groepsnaam die
64.
Reeksen machtigingen
Toegang tot het apparaat beheren
69