2.4.3
De monsters meten
1
Selecteer het monstertype.
a Controleer of het stand-byscherm wordt weergegeven.
b Druk op
wijzigen.
• <VOL>: Volbloed
<HEMOL>: Hemolyse
<ANEMIE>: Anemie volbloed
BELANGRIJK:
Er worden onnauwkeurige meetresultaten verkregen als het monstertype niet overeenkomt
met de selectie bij deze stap.
Als er een monster volbloed (inclusief monster anemie) wordt gemeten terwijl <HEMOL> is
geselecteerd, zal dit aanzienlijke afbraak van de kolom veroorzaken, wat leidt tot
onnauwkeurige meetresultaten.
Als <HEMOL> eenmaal is geselecteerd, wordt elk type monster gemeten als hemolyse, zelfs
wanneer de host-computer via tweerichtingscommunicatie het instrument opdracht tot een
volbloedmeting geeft.
c Controleer de instelling Meetmodus.
• Zie "2.3.3. De meetmodus selecteren" op pagina 2-11 voor het wijzigen van de modus.
2
Stel het startnummer voor metingen in (indien nodig).
a Druk in het stand-byscherm op
b Voer een nieuw startnummer voor de metingen in.
• Instelbaar bereik: 0001 tot 9999
c Druk op
Als u monster-ID's wilt invoeren met gebruik van de alfanumerieke knoppen of optionele
handmatige barcodelezer:
Ga naar stap 3.
als u het weergegeven monstertype wilt
.
.
Stand-byscherm
S t a n d b y [ V O L
- V a r i a n t -
Monstertype
Stand-byscherm
S t a n d b y [ V O L
- V a r i a n t -
Meetnummer
M E T . n r .
C T R L ( n r . ) O K ( E N T E R )
] 0 0 0 1
C : 0 0 0 0
] 0 0 0 1
C : 0 0 0 0
< 0 0 1 >
5
HA-8380V
-
2
19