a Plak de barcode-etiketten op de monsterbuizen die
controles bevatten.
BELANGRIJK:
Controleer of het hele barcode-etiket goed op de
Bevestig barcode-etiketten niet op elkaar.
4
De controles in de normale rekken plaatsen.
a Plaats CTRL1 en CTRL2 in het normale rek (de
normale rekken).
LET OP:
Controles kunnen in elke poort en in elke
Voor monsterbuizen met barcodes:
5
De normale rekken op het bemonsteringsapparaat plaatsen.
a Plaats de normale rekken naar behoren op de
beladingskant van het bemonsteringsapparaat.
6
De meetmodus controleren.
a Controleer op het stand-byscherm de meetmodus (Variant of Fast).
• Zie "2.3.3. De meetmodus selecteren" op pagina 2-11 voor het wijzigen van de modus.
BELANGRIJK:
De meetnauwkeurigheid wordt afzonderlijk geregeld voor de stand Variant en de stand Fast.
Nauwkeurigheidsregelingsrapporten kunnen worden afgedrukt voor elke modus of voor beide
HA-8380V
-
2
24
monsterbuis geplakt zit. Wanneer het
barcode-etiket loslaat, plak het dan weer vast.
volgorde in het normale rek worden geplaatst.
De barcode-etiketten op de buizen moeten naar
de achterkant van het normale rek wijzen.
modi (zie "3.7.3. Nauwkeurigheidsregelingsrapporten afdrukken" op pagina 3-30).
Min. 20 mm van
de bodem af
Voorbeeld:
Respectievelijk drie keer CTRL1 en CTRL2
meten:
1
2
3
4
5
1
CTRL1
CTRL2
Voorbeeld:
Respectievelijk drie keer CTRL1 en CTRL2
meten:
2
3
4
5