Instructiehandleiding
4
Bediening
4.1
Bedrijfsveiligheid
Zorg ervoor dat de koelingsluchtstroom rond de ZRS-pomp en de pompmotor niet belemmerd
raakt. (Zie
nodige voorzorgsmaatregelen om toevallig contact met de ZRS-pomp te voorkomen.
4.2
Opstartprocedure
4.2.1
Controles vóór het opstarten
1. Controleer of de oliepeilen van de ZRS-pomp correct zijn (zie
2. Controleer of de ZRS-pomp correct geïnstalleerd is, en dit zeker na de initiële installatie en
na een onderhoudsbeurt.
6996 0220 06 Issue B
WAARSCHUWING
Zorg ervoor dat de koelingsluchtstroom rond de ZRS-pomp en de
pompmotor niet belemmerd raakt. Als de luchtstroom belemmerd
is, zullen de pomp en/of de motor warmer worden dan normaal
tijdens het gebruik van de pomp. Dit kan leiden tot een lagere
bedrijfszekerheid of risico op een ontploffing.
WAARSCHUWING
Tijdens de werking kunnen onderdelen van de ZRS-pomp erg heet
worden. Raak de ZRS-pomp niet aan.
WAARSCHUWING
Gebruik de ZRS-pomp niet met de inlaat of uitlaat open naar de
atmosfeer. Doet u dit wel, dan kunnen uw vingers of andere
lichaamsdelen geklemd raken en kunt u verwond worden door
het draaiende pompmechanisme.
Hoofdstuk 2.1
voor de specificaties betreffende de omgevingstemperatuur.) Tref alle
Hoofdstuk
3.4).
32