Onderhoud van de bougie
Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsu-
ren—Controleer de bougies.
Om de 300 bedrijfsuren
Controleer of de elektrodenafstand tussen de centrale
elektrode en de massa-elektrode correct is voordat u
de bougie monteert. Gebruik een bougiesleutel voor
het (de)monteren van de bougie en een voelermaat
voor het meten en afstellen van de elektrodenafstand.
Monteer een nieuwe bougie indien dit nodig is.
Type: BPR6ES (NKG) of gelijkwaardig
Elektrodeafstand: 0,7 tot 0,8 mm
Bougie verwijderen
1. Parkeer de machine op een horizontaal vlak en
stel de parkeerrem in werking.
2. Zet de motor af en haal het sleuteltje uit het
contact.
3. Zoek en verwijder de bougies
A
g027478
Figuur 20
(Figuur
20).
B
Bougie controleren
Belangrijk:
Bougie(s) nooit schoonmaken.
Verwijder een bougie altijd als deze: een zwarte
laag heeft, als de elektroden versleten zijn, als er
een vettige laag op ligt of als de bougie scheuren
vertoont.
Als de isolator lichtbruin of grijs is, werkt de motor
naar behoren. Een zwarte laag op de isolator duidt
meestal op een vuil luchtfilter.
Stel de elektrodenafstand in op 0,70 tot 0,80 mm.
A
Bougie monteren
Draai de bougie(s) vast met een torsie van 27 Nm.
g205129
g027478
19
B
g027479
Figuur 21
Figuur 22
g027479
g027735