Externe behuizing
Staafcomponenten
Bypass
Centrering
Afspaninrichting
VEGAFLEX 81 • Modbus- en Levelmaster-protocol
U kunt de display- en bedieningsmodule daardoor gebruiken in een
omgevingstemperatuurbereik van -40 ... 70 °C.
Meer informatie vindt u in de handleiding "Display- en bedieningsmo-
dule met verwarming " (document-ID 31708).
Wanneer de standaard sensorbehuizing te groot is of wanneer sterke
trillingen optreden, kunt u een externe behuizing gebruiken.
De sensorbehuizing is dan van roestvast staal. De elektronica bevindt
zich in de externe behuizing, welke met een verbindingskabel op
maximaal 10 m (147 ft) afstand van de sensor kan worden gemon-
teerd.
Meer informatie vindt u in de handleiding "Externe behuizing" (docu-
ment-ID 46802).
Wanneer u een instrument met staafverlenging heeft, kunt u de staaf-
meetsonde met bochtsegmenten en verschillende lengten staafver-
lengingen willekeurig verlengen.
Alle gebruikte verlengingen mogen een totale lengte van 6 m (19.7 ft)
niet overschrijden.
De verlengingen zijn in de volgende lengten leverbaar:
Staaf-ø 12 mm (0.472 in)
•
Basissegmenten: 20 ... 5900 mm (0.79 ... 232 in)
•
Staafsegmenten: 20 ... 5900 mm (0.79 ... 232 in)
•
Bochtsegmenten: 100 x 100 mm (3.94 ... 3.94 in)
Meer informatie vindt u in de handleiding "Staaf- en kabelcomponen-
ten VEGAFLEX serie 80".
De combinatie van een bypass en een VEGAFLEX 81 maakt de
continue niveaumeting mogelijk buiten de tank. De bypass bestaat uit
een standpijp, die als communicerend vat via twee procesaansluitin-
gen op de zijkant van de tank is gemonteerd. Door dit type montage
is gewaarborgd, dat het niveau in de standpijp gelijk is aan het niveau
in de tank.
De lengte en de procesaansluitingen zijn vrij configureerbaar. Er zijn
verschillende aansluitvarianten leverbaar.
Meer informatie vindt u in de handleiding "Bypass VEGAPASS 81".
Wanneer u de VEGAFLEX 81 in een bypass of standpijp inbouwt,
moet u door een aanbrengen van een centreerster aan het uiteinde
van de sonde contact met de bypass voorkomen.
Meer informatie vindt u in de handleiding "Centrering".
Indien het gevaar bestaat, dat de kabelmeetsonde tijdens bedrijf door
bewegingen van het product of door roerwerken enz. de tankwand
raakt, kan de meetsonde worden afgespannen.
Kabels met een diameter tot 8 mm (0,315 in) kunnen daarmee wor-
den afgespannen.
3 Productbeschrijving
13