6
De toerentalverlagingseenheid
afstellen
Geen onderdelen vereist
Procedure
Gebruik de tractie-eenheid om de instelling van de
toerentalverlagingsset te controleren. Indien nodig voert u
de volgende aanpassingen uit:
•
Verwijder de gaffelpenveer waarmee de gaffel aan de
tractiehendel is bevestigd
Figuur 20
(Figuur
21).
•
Draai de contramoer van de cilinderstang los
•
Draai de gaffel verder op de cilinderstang om de
maaisnelheid te verhogen.
•
Draai de gaffel terug op de cilinderstang om de
maaisnelheid te verlagen.
Opmerking: Het afstelbereik is 6,4 tot 19,3 km/u. Een
lagere snelheidsinstelling kan een nadelige invloed hebben op
het klimvermogen van de tractie-eenheid.
7
De montage voltooien
Geen onderdelen vereist
Procedure
Nadat u de snelheidsverlagingsset hebt gemonteerd, moet u
het volgende uitvoeren.
•
Controleer het peil van de hydraulische olie en vul indien
nodig olie bij.
•
Neem overtollige vloeistof op de tractie-eenheid op.
•
Monteer deksels of onderdelen die tijdelijk werden
verwijderd tijdens de montage.
•
Laat de tractie-eenheid voorzichtig neer op de grond.
Gebruiksaanwijzing
De snelheidsverlagingseenheid wordt automatisch geactiveerd
als u de maai-eenheid gebruikt.
8
Figuur 21
(Figuur
6).