2. Omschrijving parameterfuncties
0-00:Control Mode
0000:Vector mode
0001
Vector mode
:
0002
V/F mode
:
Het selecteren van de meest geschikte mode: vector of V/F, volgens de
belastingskarakteristieken.
Vector (algemeen gebruik) is bedoeld voor algemene belastingen of belastingen die
1.
vlug van koppel veranderen.
2. Vector (Variabel koppel) is geschikt voor ventilatoren en pompen alsook HVAC
belastingen. De magnetische stroom van de motor zal variabel zijn met het koppel, deze
zal dan zo de stroom beperken om energie te besparen.
3. Als V/F mode geselecteerd is, stel dan de parameters van groep 10 in volgens de
belasting.
0-01: Motorspanning(Vac)
0-02: Motorstroom(A)
0-03: Motorvermogen (kW)
0-04: Motorsnelheid (RPM)
0-05: Motorfrequentie (Hz)
0-06: Autotuning
0000: Uitgeschakeld
0001: Ingeschakeld
Het is noodzakelijk om deze gegevens in te geven alsook een autotuning uit te voeren als het
toestel in vector mode staat en ook als er van motor veranderd wordt.
Autotuning: Geef eerst de data 0-01~0-05 volgens de naamplaat van de motor in om
vervolgens door parameter 0-06=0001 te zetten het toestel een autotuning te laten uitvoeren.
De motor zal beginnen draaien (laat deze best onbelast) en van zodra deze gestopt is is de
autotuning uitgevoerd. De opgemeten gegevens worden nu automatisch in de parameters in
groep 14 geschreven.
1. De motorinstelling 'autotuning' is een stilstaande autotuning. Tijdens deze actie zal de motor niet
draaien en -AT- op het display tonen.
2. Tijdens de autotuning actie is het ingangssignaal in het controlecircuit niet van toepassing.
3. Voordat u de autotuning actie aanvangt zorg er dan voor dat de motor in stilstand staat.
4. De motorinstelling autotuning is enkel van toepassing in de vector controle modus(0-00=0000 of
0-00=0001).
Parameter groep 0: Algemene instellingen
(Algemeen gebruik
Variabel koppel)
(
)
Opgepast
13