Advertenties
2.) Als 1-05=0001, dan zal de omvormer stoppen met een uitgangssignaal te geven van zodra
er een stop commando ontvangen werd en zal de motor vrij uitlopen tot
stilstand.
1-06 : Selectie frequentiecommando
0000: Bedieningspaneel
0001: Potentiometer op bedieningspaneel
0002: Extern analoog signaal of potentiometer op afstand
0003: Op/Neer frequentiecontrole via MFIT (S1 - S6)
0004: Instelling via communicatie
1.) Als 1-06=0001, en 1 van de parameters 5-00~ 5-06 staat op 16 en de multifunctie klem is
AF, dan wordt de frequentie ingesteld door de potentiometer op het bedieningspaneel. Als
de multifunktieklem AAN is dan wordt de frequentie ingesteld door het analoge signaal
op de klemmenstrook (TM2).
2.) Als 1-06=0002, en 1 van de parameters 5-00~ 5-06 staat op 16 en de multifunktie klem is
AF, dan wordt de frequentie ingesteld door het analoge signaal op de klemmenstrook
(TM2). Als de multifunctieklem AAN is dan wordt de frequentie ingesteld door de
potentiometer op het bedieningspaneel.
3.) Voor de werking van de Op/Neer frequentiecontrole gelieve de omschrijving van de
multifunctie ingangen er op na te slaan 5-00~ 5-06.
4.) De volgorde waarin acht wordt gegeven betrekkende de frequentie is de volgende: PLC
frequentiecontrole>traverse run >Jog>vooringestelde snelheid>▲▼ op bedieningspaneel
of Op/ Neer of communicatiecontrole.
1-07: Instellingen bedieningspaneel met Op/Neer toetsen
0000: 'Enter' moet ingedrukt worden nadat er een frequentieverandering ingegeven werd.
0001: De frequentieverandering gebeurt direct bij het induwen van de Op/Neer toetsen
17
Advertenties
