Aangepaste doelen opslaan
Tijdens het spelen van een ronde kunt u maximaal vijf doelen voor elke hole opslaan. Een doel opslaan is handig
om voorwerpen of obstakels te registreren die niet op de kaart worden weergegeven. U kunt de afstanden tot
deze doelen bekijken op het layup- en dogleg-scherm
1 Ga naar het doel dat u wilt opslaan.
OPMERKING: U kunt geen doel opslaan dat ver bij de momenteel geselecteerde hole vandaan ligt.
2 Druk in het hole-weergavescherm op START.
3 Selecteer Aangepaste doelen.
4 Selecteer een doeltype.
Score bijhouden
1 Druk in het hole-weergavescherm op START.
2 Selecteer Scorekaart.
De scorekaart wordt weergegeven wanneer u op de green staat.
3 Druk op UP of DOWN om door de holes te bladeren.
4 Druk op START om een locatie op te selecteren.
5 Druk op UP of DOWN om de score in te stellen.
Uw totale score wordt bijgewerkt.
Een score bijwerken
1 Druk in het hole-weergavescherm op START.
2 Selecteer Scorekaart.
3 Druk op UP of DOWN om door de holes te bladeren.
4 Druk op START om een locatie op te selecteren.
5 Druk op UP of DOWN om de score voor die hole te wijzigen.
Uw totale score wordt bijgewerkt.
De scoringsmethode instellen
U kunt de methode wijzigen die het toestel gebruikt om de score bij te houden.
1 Houd MENU ingedrukt op het hole-weergavescherm.
2 Selecteer de activiteitinstellingen.
3 Selecteer Scoremethode.
4 Selecteer een scoringsmethode.
Stableford-scoring
Wanneer u de Stableford-scoringsmethode selecteert
toegekend op basis van het aantal slagen ten opzichte van par. Aan het einde van een ronde wint de hoogste
score. Het toestel kent punten toe zoals gespecificeerd door de United States Golf Association.
De scorekaart voor een game met Stableford-score toont punten in plaats van slagen.
Punten
Gespeelde slagen ten opzichte van par
0
2 of meer boven
1
1 boven
2
Par
3
1 onder
4
2 onder
5
3 onder
20
(Layup- en dogleg-afstanden weergeven,
(De scoringsmethode instellen,
pagina 19).
pagina 20), worden punten
Activiteiten en apps