De bediening vergemakkelijken
Een document opslaan
U kunt een document tegelijkertijd
opslaan en verzenden. U kunt een do-
cument ook gewoon opslaan.
❖ Bestandsnamen
Gescande documenten krijgen au-
tomatisch een naam toegewezen,
zoals "FAX0001" of "FAX0002".
Zie Pag.145 "Instellen van een be-
standsnaam".
❖ Gebruikersnamen
U kunt deze functie instellen als u
wilt weten wie en welke afdelin-
gen documenten in het apparaat
hebben opgeslagen. Zie Pag.145
"Een gebruikersnaam program-
meren".
❖ Wachtwoord
U kunt deze functie zo instellen
dat geen berichten naar geadres-
7
seerden worden gestuurd die niet
zijn opgegeven. Zie Pag.146 "Een
wachtwoord instellen".
Opmerking
❒ U kunt bestandsnamen en gebrui-
kersnamen wijzigen. Zie Pag.146
"Informatie wijzigen van opgesla-
gen documenten".
A
Controleer of de machine in de
faxmodus staat en het display
"standby" aangeeft.
Als de machine niet standby staat,
drukt u op de {Fax}-toets.
B
Plaats het origineel en selecteer
de gewenste scaninstellingen.
Verwijzing
Faxhandleiding <Basis func-
ties>
144
C
Druk op [Bestand opslaan].
D
Selecteer [Opslaan & verzenden] of
[Alleen opslaan].
Selecteer [Opslaan & verzenden] om
documenten te verzenden nadat ze
zijn opgeslagen.
Selecteer [Alleen opslaan] voor het
opslaan van documenten.
Opmerking
❒ Als [Alleen opslaan] is geselecteerd,
wordt "pppppppppp"
weergegeven.
E
Druk op [Inst. bestandsinfo], en stel
zo nodig de gebruikersnaam, de
bestandsnaam en het wacht-
woord in.