Bestemmingslijst
A Selecteer [q Snelkiezen].
B Voer het registratienummer in
van de bestemmingslijst waar-
in het ontvangststation is op-
geslagen.
Wanneer u bijvoorbeeld het
nummer onder snelkiestoets 01
van het doorzendstation wilt se-
lecteren, voert u de volgende
cijfers in: {0} {1}.
Opmerking
❒ U kunt maximaal vijf cijfers
invoeren.
Verkort kiezen
A Selecteer [qp Verkort kiezen].
B Voer het nummer in van de
verkort kiezen-code.
Wanneer u bijvoorbeeld het
nummer onder snelkiestoets 12
van het doorzendstation wilt se-
lecteren, voert u de volgende
cijfers in: {1} {2}.
Groepskiesnummers
A Selecteer [qpp Groepkiesnr.].
B Voer het nummer in van het
groepskiesnummer.
Wanneer u bijvoorbeeld het
nummer onder groepskiesnum-
mer 04 van het doorzendstation
wilt selecteren, voert u de vol-
gende cijfers in: {0} {4}.
G
Als u een ander ontvangend sta-
tion op wilt geven, drukt u op
[Toev.].
Opmerking
❒ Druk op [UVorige] of [TVolg.]
voor het bekijken van de reeds
ingevoerde ontvangende sta-
tions. U kunt met deze lijst een
ontvangend station selecteren
en verwijderen door op de toets
[Wissen] of de toets {Wis/Stop} te
drukken.
H
Wanneer u alle ontvangende sta-
tions heeft opgegeven, drukt u op
[OK].
I
Druk op [Afsluiten].
De doorzendstations en de ontvan-
gende stations worden weergegeven.
J
Druk op de toets {Start}.
Met doorzendverzoeken ingesteld in het
menu Systeeminstellingen
U kunt een bestemmingstoets met
doorzendstation en/of ontvangend
station programmeren via de functie
D o o r z e n d v e r z o e k p r o g r a m m e -
ren/wijzigen/verwijderen in het
menu Systeeminstellingen. Zie de
"Doorzendverzoek registreren", Be-
dieningshandleiding Standaardinstellin-
gen.
A
Plaats het origineel en selecteer
de gewenste scaninstellingen.
Verwijzing
Faxhandleiding <Basis functies>
Geavanceerde functies
4
55