De bediening vergemakkelijken
Een wachtwoord instellen
A Druk op [Wachtwoord].
B Voer het wachtwoord in met
behulp van de cijfertoetsen en
druk op [#].
7
Opmerking
❒ Wanneer u zich vergist,
drukt u op de toets [Wissen]
of op de toets {Wis/Stop}
voordat u op [#] drukt en
voert u het wachtwoord op-
nieuw in.
❒ U kunt vier tot acht cijfers in-
voeren.
C Voer het wachtwoord opnieuw
in en druk op [#].
D Druk op [OK].
Opmerking
❒ Druk op [Wijzigen] om een an-
der wachtwoord in te voeren.
E Druk op [OK].
F
Druk op [OK].
146
G
Als u [Opslaan & verzenden] heeft
geselecteerd, geeft u de ontvanger
op.
Opmerking
❒ Als u [Alleen opslaan] heeft gese-
lecteerd, gaat u verder met stap
H
.
H
Druk op de toets {Start}.
Informatie wijzigen van
opgeslagen documenten
U kunt de bestandsnaam, de gebrui-
kersnaam en het wachtwoord van op-
geslagen documenten wijzigen.
Als u een opgeslagen document wilt
wijzigen, wist u het document dat u
niet meer nodig heeft en program-
meert u het nieuwe document. Zie
Pag.148 "Opgeslagen documenten
verwijderen".
Opmerking
❒ U kunt een van de snelbedie-
ningstoetsen programmeren voor
deze functie. Met deze toets kunt u
stap A overslaan. Zie Pag.155 "Al-
gemene instellingen/aanpassing".
A
Druk op [Sub TX modus].
B
Selecteer [Select. opgesl. best.].