Faxfuncties
❖ Specificeer lade voor regels.
Geef voor iedere lijn een papierlade
op (telefoon, Internetfax, IP-Fax).
• Aan
• Uit
A
Selecteer [Aan] om een papierla-
de te kiezen.
Opmerking
❒ Als u [Uit] selecteert, wordt
de ontvangen fax in de stan-
daardlade afgeleverd.
B
Selecteer het lijntype.
8
C
Selecteer een lade waarin het ont-
vangen document moet worden
uitgevoerd en druk op [OK].
Opmerking
❒ Als u nog een lijntype wilt in-
stellen, herhaalt u vanaf stap B.
158
❖ Geruit merkteken
Geef aan of een geruit merkteken
al dan niet moet worden afdrukt
op de eerste pagina van ontvangen
faxdocumenten.
• Aan
• Uit
❖ Centreerteken
Geef aan of al dan niet een mid-
denteken halverwege de linkerzij-
de en boven in het midden van
elke ontvangen pagina moet wor-
den afgedrukt.
• Aan
• Uit
❖ Ontvangsttijd afdrukken
Geef aan of de datum en tijd van
ontvangst en het bestandsnummer
al dan niet onderaan ontvangen
faxdocumenten moeten worden
afgedrukt.
• Aan
• Uit
E-mailinstellingen
❖ Instellingen Internetfax
U kunt selecteren of u
niet wilt weergeven. Als u een in-
ternetfax wilt verzenden, stelt u
deze in op AAN om het pictogram
weer te geven.
• Aan
• Uit
al dan