• Ontvanger (optioneel)
U kunt voor iedere persoonlijke
box één afleverbestemming pro-
grammeren. Specificeer een afle-
verbestemming die onder een
bestemmingstoets is geprogram-
meerd.
Opmerking
❒ U kunt een faxnummer, Internetfax-
bestemming en IP-faxbestemming
opgeven als de doorzendbestem-
ming.
❒ De faxkoptekst wordt niet afge-
drukt op de afgeleverde documen-
ten.
❒ Als een document niet kan worden
afgeleverd, wordt een rapport
communicatiefouten afgedrukt en
wordt het document opgeslagen
als een vertrouwelijk ontvangen
document.
❒ U kunt boxen bewerken volgens
dezelfde procedure als die voor
het programmeren ervan. Boxen
die worden gebruikt, kunnen ech-
ter niet worden bewerkt.
❒ Als een bestemming na registratie
in de bestemmingslijst wordt ge-
wist, wordt de bezorging niet uitge-
v o e r d e n w o r d e n o o k d e
instellingen van de bezorgingsbe-
stemming gewist. Als een bezor-
gingsbestemming wordt gewijzigd,
wordt een document naar de gewij-
zigde bestemming gestuurd. Als er
geen bestemming van het opgege-
ven type is, kunt u instellen welke
bestemming als alternatieve be-
stemming moet worden gebruikt.
Zie Pag.179 "Gebruikersparame-
ters" (switch 32, bit 0).
Verwijzing
Pag.40 "Persoonlijke box"
De beheerdersinstellingen gebruiken
A
Druk op de toets {Gebruikersinstel-
lingen/Teller}.
B
Druk op [Faxeigenschappen].
C
Druk op [Beheerderstoepas.].
D
Druk op [Box instelling].
E
Controleer of [Programmeren/Wijzi-
gen] is geselecteerd.
F
Selecteer een te programmeren box.
Druk op [*Niet geprogrammeerd]
wanneer u een nieuwe box pro-
grammeert.
Opmerking
❒ Om een reeds geprogrammeer-
de box te wijzigen, drukt u hier-
op en gaat u naar stap
G
Druk op [Persoonlijke box].
H
Voer een boxnaam in en druk op
[OK].
Verwijzing
"Tekst invoeren", Bedienings-
handleiding Standaardinstellingen
9
I
.
197