Bedrijf
De machine parkeren
Tanken
Maak u vertrouwd met de uitrusting, de bedienings- en besturings-
elementen en met de werkwijze van de machine en het werkter-
rein.
Persoonlijke veiligheidsuitrusting (veiligheidshelm, veiligheids-
schoenen enz.) gebruiken. Gehoorbescherming gebruiken.
Vóór het starten controleren of:
n
de machine opvallende gebreken vertoont,
n
alle veiligheidsinrichtingen stevig op hun plaats zitten,
n
de bedieningselementen functioneren
de machine vrij is van olie en ontvlambaar materiaal,
n
n
alle handgrepen vrij zijn van vet, olies, brandstoffen, vuil,
sneeuw en ijs.
Bij de start met omkeerstarter de startkabel vóór het starten contro-
leren op schuurplaatsen, evt. vernieuwen. Een beschadigde kabel
kan bij het starten scheuren en verwondingen veroorzaken.
Alleen machines gebruiken, bij welke de onderhoudswerkzaam-
heden regelmatig uitgevoerd worden.
Nooit startsprays of andere ontvlambare vloeistoffen als hulpont-
steking gebruiken.
Starten van en werken met de machine in gesloten ruimtes en
greppels
Uitlaatgassen zijn levensgevaarlijk! Bij start en bedrijf in gesloten
ruimtes en in greppels voor voldoende luchttoevoer zorgen!
Machine alleen in bedrijf nemen met neergelaten geleidedissel.
Machine alleen aan de geleidedissel besturen.
Machine zo leiden, dat handen niet tegen vaste voorwerpen aan
slaan, verwondingsgevaar.
Om verwondingen bij het achteruit rijden te vermijden de machine
alleen zijdelings aan de greep leiden.
Lopende machine altijd observeren.
Op ongewone geluiden en rookontwikkeling letten. Oorzaak vast-
stellen en schade laten herstellen.
Machine alleen laten werken met vol gas, omdat anders de centri-
fugaalkoppeling onherstelbaar wordt beschadigd.
De machine zo mogelijk op horizontale, effen, vaste ondergrond
parkeren.
Vooraleer de machine te verlaten:
n
de machine tegen omkippen beveiligen,
n
de motor afzetten en de contactsleutel aftrekken.
Afgezette machines, die een hindernis vormen, gepast kenmerken.
Brandstofdampen niet inademen.
Alleen tanken bij afgezette motor.
BPR 50/55 D / BPR 60/65 D
Veiligheidsvoorschriften
19