6.4 Inrijvoorschrift
Bij de ingebruikname van nieuwe machines resp. bij gerevi-
seerde motoren moeten de volgende onderhoudswerkzaam-
heden worden uitgevoerd:
AANWIJZING!
Tijdens de inloopfase tot ca. 200 bedrijfsuren de moto-
roliestand tweemaal per dag controleren.
Al naargelang de belasting van de motor daalt het olie-
verbruik na ca. 100 tot 200 bedrijfsuren naar de nor-
male hoeveelheid.
Na 25 bedrijfsuren
Motorolie vervangen.
Motor en machine controleren op dichtheid.
Bevestigingsschroeven van luchtfilter, uitlaatdemper, brand-
stoftank en andere aanbouwdelen aandraaien.
Schroefverbindingen aan de machine aandraaien.
V-riem voor trilaandrijving controleren.
Opwekasbehuizing oliestand controleren.
BPR 50/55 D / BPR 60/65 D
Onderhoud
51