Interne reinigingsprocedure
1
2
3
4
Hoofdstuk 3 Onderhoud en wenken voor gebruik van de printer 75
DU
Na verloop van tijd zullen zich in
de printer toner- en papierdeeltjes
verzamelen. Dit kan problemen tijdens
het afdrukken veroorzaken. Door het
reinigen van de printer worden deze
problemen verminderd of voorkomen.
WAARSCHUWING!
Zet de printer alvorens deze te reinigen
UIT en maak het netsnoer los.
1
Open de bovenklep.
2
Verwijder de tonercassette.
VOORZICHTIG
Zorg om schade te voorkomen dat de
tonercassette niet meer dan een paar
minuten aan het licht wordt blootgesteld.
Leg een vel papier over de bovenkant
van de tonercassette om deze tegen het
licht te beschermen wanneer hij niet in
de printer is.
3
Verwijder met een droge, pluisvrije
doek het vuil uit het gedeelte rond
de papierbaan en in de ruimte van
de tonercassette.
4
Plaats de tonercassette weer terug
en sluit de bovenklep. Steek het
netsnoer in het stopcontact en zet
de printer aan.