Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Inspectie En Onderhoud; Product Op Dichtheid Controleren; Inspectie- En Onderhoudsintervallen In Acht Nemen; Reserveonderdelen Aankopen - Vaillant auroCOMPACT VSC D 206/4-5 190 Installatie- En Onderhoudshandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor auroCOMPACT VSC D 206/4-5 190:
Inhoudsopgave

Advertenties

Aanwijzing
Afhankelijk van de temperatuurinstelling
van de boiler wordt de bijstookverwarming
geactiveerd als de opwarming met zonne-
energie voor het bereiken van de gewenste
temperatuur niet volstaat.
2.
Meet de warmwatertemperatuur aan een aftappunt
en stel de mengthermostaat in de positie in die met
de door de gebruiker gewenste maximumtemperatuur
overeenkomt.
40 °C (1)
45 °C (2)
50 °C (3)
55 °C (4)
60 °C (5)
3.
Stel daarna de gewenste temperatuur voor de boiler
aan de bedrijfsindicatie in.
Elke extra temperatuurverhoging veroorzaakt een
onnodig energieverbruik.
4.
Om het verbruik van zonne-energie in de zomer te opti-
maliseren, verlaagt u de minimale warmwatertempera-
tuur naar 45 °C.
9

Inspectie en onderhoud

Voer alle inspectie- en onderhoudswerkzaamheden in de
volgorde uit zoals in tabel overzicht inspectie- en onder-
houdswerkzaamheden.
Inspectie- en onderhoudswerkzaamheden – overzicht
(→ Pagina 46)
9.1

Product op dichtheid controleren

Controleer het product op dichtheid. (→ Pagina 26)
9.2
Inspectie- en onderhoudsintervallen in acht
nemen
Deskundige, regelmatige inspecties (1 x per jaar) en onder-
houdsbeurten (afhankelijk van het resultaat van de inspec-
tie, ten minste echter een keer om de 2 jaar) en uitsluitend
gebruik van originele reserveonderdelen zijn voor een sto-
ringvrij gebruik en een lange levensduur van het product van
doorslaggevend belang.
We raden u aan om een inspectie- resp. onderhoudscontract
af te sluiten.
Inspectie
Het doel van de inspectie is een vergelijking van de werke-
lijke toestand van het product met de gewenste toestand. Dit
gebeurt door meten, testen en observeren.
Onderhoud
Onderhoud is nodig om eventuele afwijkingen tussen de
werkelijke toestand en de gewenste toestand te verhelpen.
Dit gebeurt meestal door reinigen, instellen en indien nodig
vervangen van afzonderlijke aan slijtage onderhevige com-
ponenten.
Ervaringsgewijs is het onder normale gebruiksomstandighe-
den niet nodig om jaarlijks reinigingswerkzaamheden, bijv.
aan de warmtewisselaar, uit te voeren. De onderhoudsinter-
vallen en de omvang van de onderhoudsintervallen worden
door de gespecialiseerde installateur afhankelijk van de om-
30
standigheden bij de inspectie bepaald. Toch is het nodig om
minstens om de 2 jaar een onderhoud uit te voeren.
9.3

Reserveonderdelen aankopen

De originele componenten van het product werden in het ka-
der van de conformiteitskeuring door de fabrikant meegecer-
tificeerd. Als u bij het onderhoud of reparatie andere, niet ge-
certificeerde of niet toegestane delen gebruikt, dan kan dit
ertoe leiden dat de conformiteit van het product vervalt en
het product daarom niet meer aan de geldende normen vol-
doet.
We raden ten stelligste het gebruik van originele reserveon-
derdelen van de fabrikant aan, omdat hierdoor een storing-
vrije en veilige werking van het product gegarandeerd is. Om
informatie over de beschikbare originele reserveonderdelen
te verkrijgen, kunt u zich tot het contactadres richten, dat aan
de achterkant van deze handleiding aangegeven is.
Als u bij het onderhoud of de reparatie reserveonderde-
len nodig hebt, gebruik dan uitsluitend originele reserve-
onderdelen die voor het product zijn toegestaan.
9.4

Functiemenu gebruiken

Met het functiemenu kunt u afzonderlijke componenten van
de CV-installatie aansturen en testen.
Menu → Installateurniveau → Test → Functie menu
Kies het component van de CV-installatie.
Bevestig met (Selectie).
Weer-
Testprogramma
gave
T.01
Interne pomp
controleren
T.02
Driewegklep
controleren
T.03
Ventilator contro-
leren
T.04
Boilerlaadpomp
controleren
T.05
Circulatiepomp
controleren
T.06
Externe pomp
controleren
T.07
Controle van de
zonnepomp
T.08
Brander controle-
ren
T.29
Controle van de
extra zonnepomp
T.92
Controle van de
legionellabeveili-
gingspomp

Functiemenu afsluiten

Om het functiemenu te beëindigen, kiest u (Annuleren).
Installatie- en onderhoudshandleiding 0020181579_06
Handeling
Interne pomp in- en uitscha-
kelen.
Interne driewegklep in ver-
warmings- of warmwaterpo-
sitie brengen.
Ventilator in- en uitschake-
len. De ventilator loopt met
maximaal toerental.
Boilerlaadpomp in- en uit-
schakelen.
Circulatiepomp in- en uit-
schakelen.
Externe pomp in- en uitscha-
kelen.
De zonnepomp in- en uit-
schakelen.
Het product start en gaat in
minimale belasting. Op het
display wordt de aanvoer-
temperatuur weergegeven.
De extra zonnepomp in- en
uitschakelen.
De legionallabeveiligings-
pomp in- en uitschakelen.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Aurocompact vsc d 306/4-5 190

Inhoudsopgave