nl
6.5.1
Fundament
Fig. 5: Fundamentopstelling van het aggregaat
6.5.2
Grondplaat voorbereiden voor
verankering
Fig. 6: Compensatieschijven op het oppervlak
van het fundament
Fig. 7: Nivelleerschroeven op het oppervlak van
het fundament
Fig. 8: Grondplaat nivelleren en uitrichten
18
Installatie en elektrische aansluiting
Het fundament moet het op de grondplaat gemonteerde aggregaat langdurig dragen.
Om ervoor te zorgen dat er geen spanning wordt uitgeoefend op de grondplaat en het
aggregaat, moet het fundament vlak zijn. Wilo raadt aan om voor het fundament,
krimpvrij beton van voldoende dikte te gebruiken. Hierdoor wordt de overdracht van
trillingen voorkomen.
Het fundament moet de veroorzaakte krachten, trillingen en stoten kunnen opvangen.
Richtwaarden voor de dimensionering van het fundament:
ƒ
Ca. 1,5 tot 2 keer zwaarder te zijn dan het aggregaat.
ƒ
Breedte en lengte steeds ca. 200 mm groter dan de grondplaat.
De grondplaat mag niet verspannen of tegen het oppervlak van het fundament omlaag
getrokken worden. Ondersteun daarvoor de grondplaat zo dat de oorspronkelijke uit-
richting niet wordt veranderd.
Bereid de boorgaten voor de ankerschroeven voor. Plaats daarvoor op de juiste plekken
mantelbuizen loodrecht in het fundament. Diameter van de mantelbuizen: ca. 2½ keer
de diameter van de schroeven. Daardoor kunnen de schroeven worden bewogen voor
het bereiken van hun uiteindelijke positie.
Wilo adviseert het fundament eerst tot ongeveer 25 mm onder de geplande hoogte te
storten. Het oppervlak van het betonnen fundament dient voor het uitharden goed af-
gewerkt te zijn. Verwijder de mantelbuizen als het beton uitgehard is.
Plaats bij het storten van de grondplaat, stalen staven gelijkmatig verdeeld, loodrecht in
het fundament. Het benodigde aantal stalen staven is afhankelijk van de grootte van de
grondplaat. De staven moeten voor 2/3 in de grondplaat steken.
ƒ
Oppervlak van het fundament grondig reinigen.
ƒ
Leg op elk schroefgat in het oppervlak van het fundament compensatieschijven (ca.
20 – 25 mm dik).
U kunt ook nivelleerschroeven gebruiken.
ƒ
Breng bij een afstand tussen de boorgaten voor de bevestiging ≥ 800 mm, in het
midden van de grondplaat bovendien onderlegplaten aan.
ƒ
Leg de grondplaat neer en nivelleer in beide richtingen met extra compensatieschij-
ven.
ƒ
Richt het aggregaat bij het opstellen op het fundament uit met behulp van een wa-
terpas (op as/drukstuk).
De grondplaat moet horizontaal zijn; tolerantie: 0,5 mm per meter.
ƒ
Plaats ankerschroeven in de daarvoor bestemde boorgaten.
LET OP
De ankerschroeven moeten bij de boorgaten voor de bevestiging in de
grondplaat passen.
Zij moeten voldoen aan de geldende normen en lang genoeg zijn om te garanderen
dat zij stevig vastzitten in het fundament.
ƒ
Giet de ankerschroeven met beton in. Draai als het beton hard geworden is, de an-
kerschroeven gelijkmatig vast.
ƒ
Richt het aggregaat zo uit te worden dat de leidingen spanningsvrij aangesloten
kunnen worden op de pomp.
WILO SE 2019-04