Overzicht ovenfuncties
Voor de bereiding van gerechten kunt u
uit diverse functies kiezen.
Afhankelijk van de ovenfunctie worden
de verwarmingselementen en de venti-
lator op een bepaalde manier gecombi-
neerd (zie de gegevens tussen haak-
jes).
Te kiezen via het menu "Oven-
functies":
Hetelucht plus U
(ringvormig verwarmingselement + ven-
tilator)
Voor bakken en braden. U kunt meer-
dere niveaus tegelijk gebruiken.
U kunt met lagere temperaturen werken
dan bij "Boven-Onderwarmte V", om-
dat de ventilator de warmte meteen
over het voedingsmiddel verdeelt.
Professional d
(ringvormig verwarmingselement + ven-
tilator + stoomsysteem)
Voor bakken en braden met vochttoe-
voer.
U kunt de vochtregeling met een an-
dere ovenfunctie combineren.
50
Intensief bakken O
(ringvormig verwarmingselement + ven-
tilator + verwarmingselement "Onder-
warmte")
Voor het bakken van taarten met een
vochtige bovenlaag.
Gebruik deze ovenfunctie niet voor het
bakken van plat gebak en niet voor bra-
den (de fond wordt anders te donker).
Braadautomaat [
(ringvormig verwarmingselement + ven-
tilator)
Voor braden.
Tijdens de aanbraadfase wordt de oven
eerst op een hoge temperatuur inge-
schakeld (230 °C). De oven schakelt
daarna vanzelf terug naar de inge-
stelde temperatuur (doorbraadtempera-
tuur).
Boven-Onderwarmte V
(verwarmingselement "Bovenwarmte"/
"Grilleren" + "Onderwarmte")
Voor het bakken en braden van traditio-
nele recepten, voor het bereiden van
soufflés en voor koken op lage tempe-
raturen.
Kies voor het bereiden van recepten uit
oude kookboeken een temperatuur die
10 °C lager is dan in het recept staat
aangegeven. De bereidingstijd veran-
dert niet.