Inhoudsopgave
Advertenties
afstandsbediening toestaan / verbieden
Scherm 1 Monitoring (Controle)
Scherm 2 Set (Instellen)
Scherm 3 Advanced Operation (Geavanceerde bediening)
25
Instelling ventilatiecommando's
2
4
7
6
Ga als volgt te werken om de ventilatiesturing via
afstandsbediening te activeren of deactiveren.
1
Deze bewerking is mogelijk in elk van de drie
weergavetypes, pictogram, pictogram met details
en lijst in het scherm Monitoring.
De afstandsbediening kan worden geactiveerd of
gedeactiveerd voor units van zones of groepen.
3
[Procedure]
1.
In Scherm 1 Monitoring selecteert u een
zone of groep met een druk op knop 1 .
2.
Om een zone of groep te selecteren
waarvoor het ventilatievolume kan worden
gewijzigd, drukt u op het pictogram 2 .
3.
Druk op [Set] (Instellen) 3 om het scherm
Set 2 weer te geven.
4.
Druk op [Advanced Operation]
(geavanceerde bediening) 4 om het scherm
Advanced Operation 3 weer te geven.
5.
Selecteer een gewenste instelling in het
keuzemenu 5 .
De volgende instellingsopties voor de
afstandsbediening kunnen worden
geselecteerd:
Bediening via afstandsbediening uitzetten
Enkel stoppen toelaten
Prioriteit toekennen aan later ingedrukte
knop
Druk na de instelling op [OK] 6 om het
scherm Set (Instellen) 2 opnieuw weer te
geven.
Om de bovenstaande instellingen te
annuleren drukt u op [Cancel].
6.
Druk ten slotte op [OK] 7 in het scherm
Set.
Om de bovenstaande instellingen te
annuleren drukt u op [Cancel].
* Houd er rekening mee dat de bovenstaande
instellingen mogelijk zijn bij bepaalde types
ventilatiesystemen maar niet bij andere.
5
Advertenties
Inhoudsopgave
