Systeeminstelling
Menu-item
Met deze functie kunnen de airconditioners automatisch worden aan- of uitgezet om te
Minimum- en
voorkomen dat de kamertemperatuur van onbemande ruimtes te hoog of te laag wordt. Dit
maximum-
heeft onder meer de volgende voordelen.
temperatuur
• Het voorkomen van condensatievorming en oververhitting in onbemande ruimtes met
(Temperature
apparatuur waarvan de temperatuur automatisch wordt geregeld .
Limit
• Energiebesparing in gebouwen door het voorkomen van te hoge temperaturen in
onbemande ruimtes.
Settings)
< Functieoverzicht >
Deze functie controleert de verhouding tussen de ingestelde minimum- en
maximumtemperatuur en de kamertemperatuur (ingangstemperatuur van de airconditioner)
en voorkomt dat de ingestelde kamertemperatuur de grenswaarden overschrijdt. Deze functie
zet de airconditioners aan en uit en wijzigt de bedrijfsmodus.
• Regeling van de koelmodus (en stopregeling)
De koelmodus wordt automatisch gestart wanneer de kamertemperatuur de ingestelde
maximumtemperatuur overschrijdt.
De airconditioner wordt uitgezet zodra de kamertemperatuur in de automatisch ingestelde
koelmodus ver genoeg onder de ingestelde maximumtemperatuur zakt
(maximumtemperatuur -4°C of meer).
• Regeling van de verwarmingsmodus (en stopregeling)
De verwarmingsmodus wordt automatisch gestart wanneer de kamertemperatuur onder de
ingestelde minimumtemperatuur zakt.
De airconditioner wordt uitgezet zodra de kamertemperatuur in de automatisch ingestelde
verwarmingsmodus voldoende ver boven de ingestelde minimumtemperatuur stijgt
(minimumtemperatuur +4°C of meer).
1 : Regelbare airconditioners
• Deze functie regelt de automatische in- en uitschakeling van alle airconditioners op
basis van de temperatuur die is ingesteld voor iedere groep met
kamertemperatuurregeling.
• Deze functie is niet van toepassing op airconditioners die al in bedrijf zijn, zelfs niet
wanneer deze zijn geregistreerd in de groep met kamertemperatuurregeling. (De
functie kan alleen worden toegepast op airconditioners die uitstaan.)
• Er kunnen maximaal 128 binnengroepen worden geregistreerd in een groep met
kamertemperatuurregeling.
• Het is niet mogelijk om dezelfde binnenunit te registreren in meerdere groepen met
kamertemperatuurregeling.
• In deze unit kunnen maximaal 8 groepen met kamertemperatuurregeling worden
geregistreerd.
• Deze functies kunnen per groep met automatische koel-/verwarmingsregeling worden
in- of uitgeschakeld.
(Deze functies werken alleen voor groepen die zijn ingeschakeld (enabled).)
• In het scherm Monitoring verschijnt een symbool dat aangeeft dat de binnenunit
automatisch wordt bestuurd.
2 : Maximumkamertemperatuur
• Minimum- en maximumkamertemperatuur
Gewenste minimum- en maximumkamertemperatuur voor automatische regeling. Het in
te stellen temperatuurbereik is als volgt:
Maximumtemperatuur: 34°C tot 50°C in eenheden van 1°C. (De standaardwaarde is 36°C.)
Minimumtemperatuur: 2°C tot 14°C in eenheden van 1°C. (De standaardwaarde is 14°C.)
Het temperatuurverschil tussen de minimum- of maximumtemperatuur en de
kamertemperatuur voor het instellen van de verwarmingsmodus of de koelmodus met behulp
van deze functie is 4°C (om schommelingen te voorkomen).
Beschrijving
Bediening
(Referentie)
Zie pagina
74
42