Gedetailleerde informatie controleren
Scherm 1 Monitoring (Pictogramweergave)
3
Scherm 2 Operation (Bediening)
4
5
6
7
Scherm 3 Advanced Operation (Geavanceerde bediening)
10
11
12
15
1
2
8
9
13
14
16
De bedrijfstoestand van een Zone of Groep in detail bewaken
De bewaking van de bedrijfstoestand in detail is mogelijk
in de drie weergavetypes: pictogrammen, pictogrammen met
details of lijstweergave.
De gedetailleerde bedrijfstoestand kan worden
bewaakt per zone of groep.
1.
Selecteer Zone of Groep met een druk op
knop 1 .
De schermen in de linkerkolom zijn
voorbeelden voor de selectie Groep.
2.
Druk op [Set] (Instellen) 2 om het
scherm Operation 2 weer te geven.
Wanneer hierboven Zone werd geselecteerd
tonen 4 tot 6 op scherm 2 en
10 tot 14 op scherm 3 de bedrijfstoestand
van de representatieve airconditioner in de
betreffende zone. 15 toont ON zolang er
minstens één filtersymbool of elementsymbool
aan is in de zone of groep.
Hieronder worden alle gegevens op scherm 2
in volgorde toegelicht.
De in grijs weergegeven letters bij 4 tot 6
geven de huidige status van de geselecteerde
zone of groep weer.
De betekenis van de gegevens in de
linkerkolom wordt hieronder toegelicht.
Status in bedrijf/stop
Status instelling bedrijfsmodus
Status temperatuurinstelling
3.
Druk op [Advanced Operation] (geavanceerde
bediening) 7 om het scherm Advanced Operation 3
weer te geven.
Om terug te keren naar het Monitoring-scherm, drukt
u op de knop [Cancel] (annuleren) 9 .
Hieronder worden alle gegevens op scherm 3 Advanced
Operation (geavanceerde bediening) in volgorde toegelicht.
10 toont de instellingen voor het starten en stoppen via
afstandsbediening.
Er verschijnt Prohibited (niet toegestaan), Stop Only (enkel stoppen) of
Permitted (toegestaan).
11 toont de instellingen voor de wijziging van de bedrijfsmodus via
afstandsbediening.
Er verschijnt Permitted (toegestaan) of Prohibited (niet toegestaan).
12 toont de instellingen voor de wijziging van de temperatuurinstelling
via afstandsbediening.
Er verschijnt Permitted (toegestaan) of Prohibited (niet toegestaan).
13 toont de instellingen voor de wijziging van de temperatuurinstelling
via afstandsbediening.
Er verschijnt Permitted (toegestaan) of Prohibited (niet toegestaan).
14 toont de blaasrichting.
Er verschijnt een waarde van 1 tot 7.
Naarmate de waarde stijgt binnen een bereik van 0 tot 6, wordt de
blaasrichting meer verticaal. Wanneer de instelwaarde 7 verschijnt,
wordt de blaasrichting automatisch omgekeerd.
Houd er rekening mee dat deze beschrijvingen kunnen verschillen van
model tot model.
Controleer het blaasrichtingsymbool op de afstandsbediening.
15 toont een filtersymbool.
Er verschijnt ON (aan) of OFF (uit).
* De gegevens op schermen 2 en 3 worden telkens
geactualiseerd wanneer het scherm opnieuw
wordt opgeroepen.
Een eenmaal geopend scherm wordt pas
bijgewerkt nadat het wordt gesloten en opnieuw
geopend.
4.
Controleer de instellingen en druk op [Cancel]
(annuleren) 16 .
: Start
: Koelen
: 20,0°C
28