7. Programmeren van de IMMI-module
Stappenset
Uitgang
instellen
Hiermee kan het programma wachten tot een beweging is voltooid voordat het
Wachten tot
7.2. Een programmastructuur maken
Opbouwen van een programmastructuur
1. Tik in PolyScope in de kop op Programma en selecteer IMMI.
2. Selecteer de eerste gewenste programmastructuurnode uit de onderstaande opties.
U kunt zoveel nodes selecteren als nodig zijn voor uw programma.
• Opstartcontrole: controleer of de robot en de IMM juist zijn ingesteld voordat het
spuitgieten begint.
• Wachten op object: robot wacht tot een IMM-object gereed is.
• Uitstoter naar achteren: uitwerper keert terug naar achterste positie.
• Uitstoter naar voren: uitstoter verwijdert een voorwerp uit de matrijs.
• Kerntrekkers in: selecteer welke kerntrekkers naar positie 1 bewegen.
• Kerntrekkers uit: selecteer welke kerntrekkers naar positie 2 bewegen.
• Vrij voor spuitgieten: signaleert de IMM om het spuitgieten te starten
• Sjabloon: gebruikt een voorgedefinieerde programmastructuur
3. Selecteer of deselecteer onder Commando de relevante selectievakjes voor elk van uw
programmanodes.
De selectievakjes die u selecteert, vormen de set van acties die de programmanode uitvoert.
Dit is hieronder afgebeeld.
Installatiehandleiding
De aangegeven uitgang wordt ingesteld op hoog of laag.
programma wordt hervat.
17
Actie
e-Series spuitgietmachine-interface
(IMMI)