CTS8000
Componenten
48
6.14. ORP meting
Op de besturing kan een ORP meter worden aangesloten die zijn uitgerust met een 0(4) – 20 mA
uitgang.
Er kan een bewaking op zowel ondergrens als bovengrens worden ingesteld, beide met een
programmeerbare vertragingstijd. Ook kan worden ingesteld of de installatie in geval van
"onderschrijding" dan wel overschrijding moet worden uitgeschakeld.
Indien een bewaking is geactiveerd dan kan, bij bijvoorbeeld overschrijding van de bovengrens een
melding worden verstuurd (bijvoorbeeld via een relais of via een e-mail (alleen bij CTx8x1x-xxxx)).
De instellingen voor de ORP meting zijn alleen zichtbaar indien de besturing is uitgerust met printen
met 0-20mA ingangen (ca-fl-pr-3an).
6.14.1. ORP meter instellen
Bij de inventarisatie kan de 0-20 mA ingang worden geselecteerd waarop de ORP meter is
aangesloten.
Het stroom bereik van de ORP meting dient ook te worden ingesteld (0-20mA of 4-20mA).
6.14.2. Eigenschappen ORP meting
In dit venster kan worden ingesteld in welke eenheid de gemeten waarde dient te worden weergeven.
Verder kan het meetbereik van de meetcel worden ingegeven. De gemeten ORP bij de minimale
stroom ("Bereik Min." tussen -2000 en 2000 mV) en de gemeten ORP bij maximale stroom ("Bereik
Max." -2000 en 2000 mV).
Er wordt hierbij uitgegaan van een lineaire karakteristiek tussen stroom en gemeten ORP.