CTS8000
Componenten
50
6.15. Analyse
Op de besturing kan een analyse meter worden aangesloten die zijn uitgerust met een 0(4) – 20 mA
uitgang.
Er kan een bewaking op zowel ondergrens als bovengrens worden ingesteld, beide met een pro
grammeerbare vertragingstijd. Ook kan worden ingesteld of de installatie in geval van
"onderschrijding" dan wel overschrijding moet worden uitgeschakeld.
Indien een bewaking is geactiveerd dan kan, bij bijvoorbeeld overschrijding van de bovengrens een
melding worden verstuurd (bijvoorbeeld via een relais).
De instellingen voor de analyse meters zijn alleen zichtbaar indien de besturing is uitgerust met
printen met 0-20mA ingangen (ca-fl-pr-3an).
6.15.1. Analyse meter instellen
Bij de inventarisatie kan de 0-20 mA ingang worden geselecteerd waarop de betreffende analyse
meter is aangesloten.
Het stroom bereik van de analyse meter dient ook te worden ingesteld (0-20mA of 4-20mA).
6.15.2. Eigenschappen analyse meting
In dit venster kan worden ingesteld in welke eenheid de gemeten waarde dient te worden weergeven.
Verder kan het meetbereik van de meetcel worden ingegeven. De meetwaarde bij de minimale stroom
("Bereik Min." tussen 0,0 en 10.000,0) en de meetwaarde bij maximale stroom ("Bereik Max." tussen
0,0 en 10.000,0).
Er wordt hierbij uitgegaan van een lineaire karakteristiek tussen stroom en meetwaarde.