Installatie
1
Relais
2
mA-uitgang
1
Het moet mogelijk zijn om het relais spanningsvrij te
maken, tijdens onderhoud of in geval van nood.
3.8.3
Voltageselectie voor wisselvoltagewerking
24
Afbeelding 11 Afnemeraansluitingen naar de analyzer
Afbeelding 12 Stroomvoorziening
Opmerking: De voltageschakelaar moet juist zijn ingesteld om de geldende voltage te kunnen
gebruiken. Een onjuiste instelling kan resulteren in ernstige schade aan het apparaat als de stroom
wordt toegediend. Raadpleeg
Het apparaat is ingeschakeld op een 115 Voltwerking als het de fabriek verlaat. Schuif
de schakelaar voor de AC leiding (zoals in
instrument in te stellen voor werking op 230 volt. De zekeringen die in dit product worden
gebruikt zijn 5 mm x 20mm. De zekeringen zijn goedgekeurd voor gebruik in
Noord-Amerika en Europa; zij hoeven niet te worden geconverteerd wanneer het voltage
is geconverteerd.
3
Netstroom: 100-115/230 VAC, 50/60 Hz, 90 VA
afgezekerd op 2,50 A
2
Het apparaat is voorzien van een AAN/UIT-schakelaar,
zodat er geen externe schakelaar nodig is voor de
apparaatspanning.
Afbeelding
13.
Afbeelding
13) naar de 230V stand om het