Installatie
1
Trek de isolatie ¼ in. terug.
1
Stroom naar de relaiscontacten met beperkt zijn tot 5
amps.
Opmerking: Zorg dat er geen stroom aan het apparaat wordt
geleverd.
2
J1 alarmaansluitingblok: Aansluiting 1 = COM; Aansluiting 2 = NO; Aansluiting 3 = NC
3.8.5 mA-uitgang
26
1
Afbeelding 14 Juiste bedradingsvoorbereiding en plaatsing
Afbeelding 15 Alarmaansluitingen
De mA-uitgang geeft een signaal van 4 tot 20mA. Maak de recorderaansluitingen met
gedraaide afgeschermde bedrading en sluit de afscherming aan op de recorder, het
bestuurde onderdeeleinde of bij het analyzereinde. Verbind de afscherming niet aan
beide uiteinden van de kabel.
Maak de bedradingsverbindingen als volgt bij het uiteinde van de analyzer :
1. Zorg dat er geen stroom aan het apparaat wordt geleverd.
2. Verwijder de afnemertoegangsklep (raadpleeg
3. Trek de isolatie van elk draad ¼-inch terug. Raadpleeg
Opmerking: Gebruik een gedraaid paar, afgeschermde kabel. Gebruik van een niet afgeschermde
kabel kan resulteren in radiofrequentie emissie of gevoeligheidsniveau hoger dan toegestaan.
2
2
Breng isolatie aan tegen de connector, zodat er geen
bedrading blootligt.
3
J2 alarmaansluitingblok: Aansluiting 1 = COM;
Aansluiting 2 = NO; Aansluiting 3 = NC
Afbeelding 9
in de handleiding).
Afbeelding
14.