c
Selecteer het patroon.
d
Tik op
om het borduurinstellingenscherm
weer te geven.
e
Tik op
op het borduurinstellingenscherm.
1 Schakelt het laser positioneringskruis in/uit.
f
Als er een bericht wordt weergegeven waarin wordt
aangegeven dat de instellingen voor draaien en
verplaatsen worden teruggezet naar de oorspronkelijke
waarden, tikt u op
g
Selecteer vanuit de referentiepunten op het scherm het
punt dat u wilt gebruiken om het patroon uit te lijnen.
Selecteer voor dit voorbeeld het punt aan de onderkant
van het patroon.
1
.
BORDUREN VOOR GEVORDERDEN
h
Druk op
.
i
Selecteer de richting (vanaf het referentiepunt) die u
wilt gebruiken als referentie voor de uitlijning van het
patroon.
Selecteer in dit voorbeeld de omhoog wijzende pijl als
referentierichting.
1
1 Annuleer de uitlijninstellingen voor het patroon.
2 Ga terug naar het vorige scherm.
j
Druk op
.
k
Tik op de plaatsingstoetsen om het borduurraam te
verplaatsen totdat het laser positioneringskruis en het
midden van de markering zijn uitgelijnd.
1 Plaatsingstoetsen
2 Toetsen Verplaatsingssnelheid borduurraam
c
3 Midden van de markering
4 Laser positioneringskruis
3
2
1
2
101