Symptoom
Waarschijnlijke oorzaak/remedie
Het borduurpatroon is scheefgetrokken.
De draad zit verward.
• Gebruik een pincet om verwarde draad uit de
grijper te verwijderen.
De stof zit niet goed gespannen in het
borduurraam (de stof staat bijvoorbeeld niet strak).
Het borduurraam is te groot voor dit
borduurwerk.
De duimschroeven op de borduurraamhouder
zitten los.
Er is geen goede steunstof (versteviging) gebruikt. 62
Het borduurraam is niet correct aan de
borduurarm bevestigd.
• Bevestig het borduurraam correct aan de
borduurarm. Zorg dat de pennen aan de linker-
en rechterarmen van de borduurraamhouder
goed vastzitten in de gaten in de hendels van
het borduurraam.
De borduurarm of het borduurraam loopt ergens
tegenaan.
• Het patroon kan scheeftrekken als de
borduurarm of het borduurraam ergens
tegenaan loopt.
De stof blijft hangen of zit ergens vast.
• Stop de machine en corrigeer de plaatsing van
de stof.
De borduurarm beweegt terwijl u het
borduurraam verwijdert.
• Het patroon kan scheeftrekken als de
borduurvoet wordt geraakt of als de
borduurarm wordt verplaatst terwijl u borduurt.
• Ga voorzichtig te werk bij het verwijderen en
opnieuw bevestigen van het borduurraam
terwijl u borduurt.
Als de borduurarm beweegt, zet u de machine
uit en vervolgens weer aan. De juiste positie
van het borduurraam op het moment dat de
machine werd gestopt, wordt opgeslagen in
het geheugen van de machine. Het
borduurraam wordt vervolgens teruggeplaatst
in de juiste positie.
Het ontwerp is niet goed gedigitaliseerd.
• Het ontwerp heeft misschien meer
trekcompensatie of onderlaag nodig voor
stretchstoffen of stoffen met veel noppen.
De afmeting van het geïnstalleerde borduurraam is
niet juist gedetecteerd.
De duimschroeven op de borduurraamhouder
zitten los.
De startpositie van het borduurraam is horizontaal
onjuist uitgelijnd.
De duimschroeven op de borduurraamhouder
zitten los.
Pagina
Waarschijnlijke oorzaak/remedie
Er zitten lussen in de bovendraad.
—
De draadspanning van de bovendraad is laag.
63, 64
67
21
• Nadat u de bovendraad door het gat in de borduurvoet
hebt geregen, trekt u met de hand aan de draad om de
66
draadspanning te controleren. Als dit moeilijk te
bepalen is, vergelijkt u de spanning met andere
naaldstangen waarbij geen lusvorming optreedt.
De draadspanning komt niet overeen met de
mate waarin draadspanningsknop is
aangedraaid.
• Als de draadspanning niet aangepast kan
—
worden, zijn er mogelijk draadresten en stof
opgehoopt in de boven- of middelste-
draadgeleiders, waardoor de
draadgeleiderplaten omhoogkomen. Reinig de
draadgeleiderplaten.
—
De draad is niet goed ingeregen rond de
draadspanningsschijven.
• Reinig de draadspanningsschijven. Rijg de
—
draad opnieuw in en controleer of de
draadspanningsschijven draaien wanneer u
aan de draad trekt.
De kwaliteit van de draad is slecht.
• Probeer te borduren met andere draad. Als het
probleem zich niet meer voordoet nadat de
draad is verwisseld, was de slechte kwaliteit van
de draad de oorzaak van het probleem. Vervang
de draad door draad van goede kwaliteit.
De machine maakt veel lawaai.
Er kunnen pluisjes rondom de grijper zijn gedraaid. 137
De bovendraad is niet goed ingeregen.
—
De grijper is beschadigd.
• Vervang de grijper.
Er is onvoldoende olie aangebracht.
U kunt de naaldinrijger niet gebruiken.
De naald staat niet op de juiste positie.
21
• Druk op de toets om de gewenste in te rijgen
naaldstang te verplaatsen naar de
borduurpositie.
Deze naalden worden niet voor deze machine
aanbevolen.
21
De naald is niet correct geplaatst.
Het haakje op het automatische
naaldinrijgmechanisme is verbogen.
BIJLAGE
Symptoom
Pagina
—
139
140
—
77
*
142
81
140
140
*
5
147