Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Korte Steken Verwijderen; De Resterende Draadlengte Opgeven; Rijgstekenafstand Van Borduren Wijzigen - Brother 884-T23 Bedieningshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

a
Druk op
.
 Het borduurinstellingenscherm wordt weergegeven.
b
Vind [Initiële draadknipinstelling] op de
instellingenpagina's.
Tik op [ON] of op [OFF] om de gewenste instelling te
c
selecteren.
 Tik op
en
om de lengte van de sprongsteek
op te geven. Wanneer u bijvoorbeeld de waarde hebt
ingesteld op [5 mm], worden de springsteken
afgeknipt op 5 mm
(13/64 inch), maar niet op 4 mm (5/32 inch).
Memo
• U kunt geen lengte voor het afknippen van springsteken
opgeven voor Tajima-borduurgegevens (.dst).
■ Wanneer u werkt met Tajima-borduurgegevens
(.dst)
d
Tik op
en
om het aantal springcodes te
selecteren.
• U kunt een waarde opgeven tussen [1] en [8]. Als u
bijvoorbeeld [3] hebt opgegeven, worden er
3 opeenvolgende springcodes omgezet in een
draadknipcode. 2 opeenvolgende springcodes
worden echter niet omgezet in een draadknipcode
maar worden geborduurd als springsteek
(transportsteek).
Opmerking
• U moet het springgetal instellen op dezelfde
waarde als werd gebruikt toen de specifieke
Tajima-gegevens werden gemaakt.
Als de springgetallen niet overeenkomen, wordt de
draad op een onverwacht punt afgeknipt of niet
afgeknipt waar dat wel wordt verwacht.

Korte steken verwijderen

Als u andere borduurgegevens gebruikt dan onze
oorspronkelijke patronen, kan de steeklengte te klein zijn,
waardoor de draad of de naald kan breken. U kunt dit
voorkomen door de machine in te stellen op het verwijderen
van steken met een korte steeklengte. Steken met een kleinere
lengte dan u in deze functie opgeeft, kunnen worden
verwijderd.
Bij aankoop van de machine is [0.3] geselecteerd.
110
a
Druk op
.
 Het borduurinstellingenscherm wordt weergegeven.
b
Vind [Korte steken verwijderen] op de
instellingenpagina's.
Druk op
en
om de steeklengte te selecteren.
c
• U kunt een waarde opgeven tussen 0 en 1 mm als de
maateenheid is ingesteld op "mm" (u kunt een
waarde opgeven tussen 0 en 0,04 inch als de
maateenheid is ingesteld op "inch").
Opmerking
• Als u de instelling wijzigt, wordt de nieuwe instelling
pas toegepast op het volgende borduurwerk.

De resterende draadlengte opgeven

Deze instelling geeft aan of het deel van de bovendraad dat in
de naald ingeregen blijft nadat de draad is afgeknipt
(draadgedeelte dat door het oog van de naald wordt geleid)
een standaardlengte of een grote lengte heeft.
Bij aankoop van de machine is [STANDAARD LENGTE]
geselecteerd.
a
Druk op
.
 Het borduurinstellingenscherm wordt weergegeven.
Vind
op de instellingenpagina's.
b
c
Druk op
en
om de instelling te selecteren.
• Als de machine steken overslaat bij een
standaardlengte van de draad nadat deze is afgeknipt,
selecteert u [GROTE LENGTE].
• Wanneer u metallic draad gebruikt, selecteert u
[GROTE LENGTE].

Rijgstekenafstand van borduren wijzigen

U kunt de afstand van het patroon tot de rijgsteken instellen
op 0,0 mm (0 inch) tot 12,0 mm (1/2 inch).
Bij aankoop van de machine is [5.0 mm] geselecteerd. Zie
pagina 93 wanneer u deze instelling gebruikt.
a
Druk op
.
 Het borduurinstellingenscherm wordt weergegeven.
b
Vind [Afstand tot rijgsteken] op de instellingenpagina's.
c
Geef met
en
de afstand van het patroon tot de
rijgsteken op.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave