Noodoproepen (man-over-boord) uitvoeren
via een marifoon
Wanneer uw Garmin-kaartplotter is verbonden met een marifoon die
compatibel is met Garmin NMEA 2000 en u een noodoproep voor man-
over-boord initieert vanaf uw marifoon, wordt het man-over-boordscherm
weergegeven op de Garmin-kaartplotter en wordt u gevraagd naar het punt
te navigeren waar de persoon van boord is gevallen. Als de stuurautomaat
van Garmin is verbonden met het netwerk, vraagt uw kaartplotter u een
Williamson's-koerswijziging uit te voeren naar dit punt.
Als u de man-over-boord-noodoproep annuleert via de marifoon, verdwijnt
het scherm Man-over-boord.
Noodoproepen (man-over-boord) uitvoeren
vanaf de kaartplotter
Wanneer uw Garmin-kaartplotter is verbonden met een marifoon die
compatibel is met Garmin NMEA 2000 en u de navigatie naar een punt
waarop iemand van boord is gevallen activeert, wordt op de marifoon de
pagina Noodoproep weergegeven om een noodoproep voor man-over-
boord te activeren. Houd op de marifoon de toets NOODOPROEP minstens
drie seconden ingedrukt om de noodoproep uit te voeren.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing bij de Garmin-marifoon voor informatie
over het uitvoeren van noodoproepen via de marifoon. Zie
informatie over het activeren van navigatie naar de locatie waar iemand van
boord is gevallen.
GPSMAP 400-/500-serie - Gebruikershandleiding
Positie bijhouden
Wanneer u uw Garmin-kaartplotter via NMEA 0183 aansluit op een
marifoon, kunt u de positie bijhouden van schepen die positierapporten
verzenden. Deze functie is ook beschikbaar met NMEA 2000, ervan
uitgaande dat het schip de juiste PGN-gegevens verzendt (PGN 129808;
DSC-oproepinformatie).
Elke ontvangen oproep met een positiemelding wordt opgenomen in de
DSC-lijst
(pagina
Een lijst met positierapporten weergeven:
1. Selecteer in het beginscherm
DSC-lijst.
2. Maak een keuze uit de volgende opties:
•
Selecteer
persoonlijke standaardoproep uit te voeren naar het schip dat het
positierapport heeft verzonden. Deze optie is alleen beschikbaar
als u een met Garmin NMEA 2000 compatibele marifoon gebruikt.
•
Selecteer
te bewerken en een opmerking toe te voegen. Als uw marifoon de
positie van het schip bijhoudt, selecteert u
van het schip te tonen of te verbergen. Selecteer
de kleur van de lijn te wijzigen. Selecteer
oproepenrapport te verwijderen. Selecteer
een waypoint in te stellen op de positie die met de noodoproep is
pagina 24
voor
verzonden.
•
Selecteer
DSC (Digital Selective Calling)
36).
Informatie
>
Overige schepen
Oproepen met marifoon
om met de marifoon een
Bewerken
om de naam en het symbool van het schip
Rapport wissen
Rapport wissen
om het oproepenrapport te verwijderen.
>
Pad
om de navigatielijn
Lijn van pad
om
om het
Waypoint maken
om
5