4
Rijden
Stuurinrichting
Om te kunnen sturen, moet de voetschakelaar
(1) worden bediend. De linkerhand bedient
de stuurknop (3) of het stuur (4) en bepaalt
zo de koers van de machine. De maximale
draaihoek van het gestuurde wiel is ca. 95°
naar elke kant. Hierdoor kan de machine op
de plaats worden gekeerd.
Buiten het gangpad kan er diagonaal met
de machine worden gereden. Hierdoor kan er
met de machine worden gereden met geheven
of gedaalde last.
OPMERKING
De stuurknop (3) heeft een draaihoek van
•
ca. 130° naar elke kant en heeft een me-
chanische aanslag. Machines met deze
uitrusting zijn hoofdzakelijk bedoeld voor
gebruik in magazijnen met een geleidings-
systeem, voor snelle wisselingen van het
ene gangpad naar het andere.
Het stuur (4) heeft echter geen aanslagen.
•
Om de maximale stuurhoek van ca. 95°
naar elke kant te bereiken, zijn er ca. 3 om-
wentelingen vanuit de rechtuitstand naar
links of naar rechts mogelijk. Machines met
deze uitrusting zijn vanwege de gevoelige
stuurinrichting hoofdzakelijk bedoeld voor
gebruik in magazijnen zonder geleidingssy-
steem.
52
5213 804 2512 [NL]
Gebruik