Onderhoud
LET OP
Ongevalrisico
De hoofdhefkettingen en de extra hefketting moe-
ten na 5000 draaiuren worden vervangen, zelfs als
de slijtagegrens van 2% nog niet is bereikt. Houd u
aan de actueel geldende richtlijnen voor machines
in koelhuisuitvoering.
– Controleer de toestand van de bevesti-
gings- en lagerpunten van de hefcilinders.
– Controleer de toestand van alle kettingen
van de hoofdhefinrichting en van de extra
heffunctie en controleer de slijtage, verlen-
ging, beschadiging, smering en spanning
van de kettingen.
– Controleer of de kettingrollen soepel lopen.
– Controleer de toestand van de geleidings-
vlakken van de hefmast en controleer de
slijtage en smering.
– Controleer de toestand van de mastrollen
en controleer de afstelling ervan.
– Controleer de toestand van de geleidingse-
lementen en controleer op zijdelingse spe-
ling tussen de onderdelen van de hefmast;
indien nodig vervangen.
– Controleer de vorkvergrendelingen* en
overige veiligheidsvoorzieningen.
– Controleer de vorken visueel op scheuren
en vervormingen.
Lastwielen en lastrollen
– Controleer de toestand, bevestiging en
slijtage van de lastwielen en lastrollen.
– Controleer of de lastwielen en lastrollen
soepel werken.
Elektrische installatie
– Controleer de toestand van de batterijka-
bels, batterijaansluitingen en batterijstek-
kers en controleer of zij goed zijn bevestigd.
– Meet de batterijspanning onder belasting.
– Controleer op defecten in de isolatie tussen
de batterijbak en de plus- of minklem van de
batterij.
5213 804 2512 [NL]
5
Onderhoudsschema
81