Gebruik
– Bevestig het batterijdeksel met de drie
bouten op de machine
– Breng de inbussleutel voor het nooddaal-
mechanisme weer op zijn plaats in het be-
stuurderscompartiment aan, onder het
stuur.
Handelingen na afloop van het aanbren-
gen van de batterij
GEVAAR
Als de batterij niet goed vergrendeld is, kan de
batterij uit de machine schuiven, met mogelijk
dodelijke gevolgen!
– Voordat de machine in gebruik wordt genomen,
moet worden gecontroleerd of de batterijver-
grendeling goed werkt en stevig vergrendelt.
– Als uw machine een Euro-batterijstekker
heeft, moet erop worden gelet dat de
indexeerbout voor de spanning zich in
de juiste positie bevindt. Het ingestelde
spanningsniveau kan via een kijkvenster (1)
worden afgelezen. Deze machines werken
op een batterij met een nominale spanning
van 48 volt.
OPMERKING
De batterij moet qua spanning en gewicht
•
voldoen aan de specificaties op het type-
plaatje. Vergelijk de typeplaatjes van de
machine en de batterij.
Voor gelbatterijen gelden speciale instruc-
•
ties voor laden, onderhoud en behandeling.
De richtlijnen van de betreffende fabrikant
dienen te worden opgevolgd.
LET OP
Risico van beschadiging van componenten!
Als u de batterijstekker aansluit als de machine is
ingeschakeld (onder last), vindt er een boogontla-
ding plaats. Dit kan ertoe leiden dat de contacten
eroderen, waardoor de levensduur van de contac-
ten aanzienlijk wordt verkort.
– Sluit de batterijstekker niet aan als de machine is
ingeschakeld.
– Controleer of de machine is uitgeschakeld
voordat u de batterijstekker aansluit.
51908078006 [NL]
Omgang met de batterij
5
213