5
Controles en werkzaamheden voorafgaand aan de ingebruikname
Elektrische verstelling van het
bestuurderscompartiment (variant)
WAARSCHUWING
Ongevallenrisico, beknellingsgevaar
Tijdens het verstellen bewegen de pedaalplaat en
de stoelconsole.
– Stel alleen af wanneer de machine stilstaat.
– Houd uw vingers tijdens het verstellen van
het bestuurderscompartiment uit de buurt van
bewegende delen. Houd om veiligheidsredenen
met uw rechterhand de joystick vast en bedien
de tuimelschakelaar met uw linkerhand.
– Controleer of er zich geen voorwerpen in de
buurt van de bewegende delen bevinden. Zij
zouden bekneld kunnen raken en het mecha-
nisme beschadigen. Verwijder ingeklemde
voorwerpen alleen als de verstelling van het
bestuurderscompartiment is gestopt.
LET OP
Risico van beschadiging van componenten.
Het bestuurderscompartiment mag alleen worden
versteld door personen die zitten en die maximaal
150 kg wegen.
– Let tijdens het verstellen van het bestuurder-
scompartiment op het toegestane totaalgewicht.
De elektrische verstelling van het bestuur-
derscompartiment vormt samen met de stoel-
verstelling en de stuurkolomverstelling een
systeem waarmee het bestuurderscomparti-
ment zo effectief mogelijk kan worden aange-
past. De positie van de bestuurdersstoel en
de positie van de pedaalplaat kunnen samen
elektrisch worden afgestemd op het postuur
van de betreffende bestuurder.
OPMERKING
– Druk de tuimelschakelaar (1) in het be-
dieningspaneel omhoog of omlaag tot de
optimale werkpositie is bereikt.
Een schaal (2) in de voetruimte van het
bestuurderscompartiment geeft een indicatie
van de instelling, zodat u deze gemakkelijker
kunt onthouden.
66
1
2
51908078006 [NL]
Gebruik