Warmtepomp Alféa Excellia Duo A.I.
3 Koeltechnisch aanlsuiting en procedure onder gas brengen
" Dit toestel gebruikt het koelmiddel R410A.
Leef de wetgeving op de hantering van koelvloeistoffen na.
3.1
Regels en voorzorgen
" De aansluitingen moeten worden uitgevoerd
op de dag dat de installatie met gas gevuld
wordt (zie §
"Met gas vullen van de installatie",
bladzijde 24).
• Minimum benodigd gereedschap
- Stel
manometers
met
voorbehouden zijn voor HFK's (FluorKoolwaterstoffen).
- Vacuometer met afsluitkranen.
- Speciale vacuümpomp voor HFK's (Gebruik van een
klassieke vacuümpomp toegelaten op voorwaarde dat
ze uitgerust is met een terugslagklep op de aanzuiging).
- Flare-apparaat, Buizensnijder, Afbramer, Moersleutels.
- Goedgekeurde gaslekdetector (gevoeligheid 5g/jaar).
" Verbod om gereedschap te gebruiken dat in contact
geweest is met HCFK's (bijvoorbeeld R22) of CFK's.
" De constructeur wijst elke aansprakelijkheid
inzake waarborg af indien de bovenstaande
richtlijnen niet worden nageleefd.
• Dudgeons (flarekoppelingen)
" Smeren met minerale olie (voor R12, R22) is verboden.
- Enkel smeren met POE olie. Indien er geen POE olie
beschikbaar is, voer de montage dan droog uit.
• Soldeerwerken op de koelkring (indien nodig)
- Solderen met zilver (minstens 40% aanbevolen).
- Uitsluitend solderen onder inwendige droge stikstofflux.
Handleiding voor installatie en indienststelling "1879 - NL"
slangen
die
uitsluitend
Het verwijdde oppervlak
bestrijken met koelolie POE.
30 mn mini. Verbinding
• Opmerkingen
- Na elke ingreep op de koelkring en vóór de definitieve
aansluiting, dient u de doppen terug te plaatsen om
verontreiniging van de koelkring te vermijden.
- Gebruik droge stikstof om metaaldeeltjes uit de leidingen
te verwijderen om te vermijden dat er vocht binnendringt,
wat schadelijk is voor de werking van het toestel. In het
algemeen moeten alle voorzorgen worden genomen om
te vermijden dat er vocht in het toestel dringt.
- Breng thermische isolatie aan op de gas- en
vloeistofleidingen om condensatie te vermijden.
Gebruik isolerende moffen die bestand zijn tegen een
temperatuur van meer dan 90°C. Indien het vochtgehalte
op de plaatsen waar de koelleidingen lopen 70% zou
kunnen overschrijden, moeten deze laatste bovendien
beschermd worden met isolatiemoffen. Gebruik een
mof die 15 mm dikker is indien de vochtigheidsgraad
80% bereikt, en een mof die 20 mm dikker is indien de
vochtigheid 80% overschrijdt. Indien de aanbevolen
dikten niet worden nageleefd in de hierboven
beschreven omstandigheden, zal er zich condensatie
vormen op het oppervlak van de isolatie. Tot slot
dient men erop te letten dat er isolatiemoffen gebruikt
worden waarvan de warmtegeleidbaarheid kleiner dan
of gelijk is aan 0.045 W/mK wanneer de temperatuur
gelijk is aan 20°C. De isolatie moet ondoorlaatbaar zijn
om bestand te zijn tegen het doordringen van damp
gedurende de ontdooicycli (glaswol is verboden).
3.2
Vervormen van de koelbuizen
3.2.1 Buigen
De koelbuizen mogen alleen met de buizenplooier of
de buigveer in vorm gebracht worden om elk risico van
verplettering of breuk te voorkomen.
" Opgelet !
• Verwijder de isolatie plaatselijk om de buizen te buigen.
• Buig het koper niet over een hoek van meer dan 90°.
• Buig de buizen nooit meer dan 3 keer op dezelfde
plaats, omdat er dan een begin van breuk kan ontstaan
(harden van het metaal).
- 21 -