VERLICHTING EN SIGNALEN
2
1
Functie "uitschakelvertraging"
Met deze functie kunt u de markeringslich-
ten en dimlichten korte tijd inschakelen (bijv.
voor het bijlichten bij het openen van een
hek).
1.116
(5/6)
Met de motor gestopt, de lichten uit-
geschakeld en de ring 2 in stand AUTO,
trekt u de hendel 1 naar u toe: de marke-
ringslichten en dimlichten schakelen onge-
veer 30 seconden in en de controlelampjes
š
k
en
verschijnen op het instru-
mentenpaneel.
Om deze tijd te verlengen, kunt u de schake-
laar tot vier keer naar u toe trekken (de maxi-
male tijd is ongeveer twee minuten).
Het bericht "verlichting op _ _ _" gevolgd
door de resterende tijd worden ter bevesti-
ging op het instrumentenpaneel weergege-
ven.
Daarna kunt u uw auto vergrendelen.
Om de verlichting uit te schakelen voordat
deze automatisch uitschakelt, verdraait u de
ring 2 (de stand is onbelangrijk) en draait u
deze daarna terug in de stand AUTO.