SNELHEIDSBEGRENZER
4
3
Verandering van de ingestelde
maximumsnelheid
U kunt de ingestelde maximum snelheid ver-
anderen door (het achter elkaar indrukken of
het lang ingedrukt houden) van:
– de schakelaar 4 (RES/+) om de snelheid
te verhogen;
– de schakelaar 3 (SET/-) om de snelheid
te verlagen.
2.96
(3/4)
Overschrijden van de ingestelde
snelheid
Het blijft altijd mogelijk de ingestelde maxi-
mumsnelheid te overschrijden.
Ga als volgt te werk: druk het gaspedaal
stevig en volledig in (tot voorbij het kick-
downpunt).
Tijdens het overschrijden van de snelheid
knippert de snelheid in het rood op het in-
strumentenpaneel.
Laat vervolgens het gaspedaal los: de func-
tie snelheidsbegrenzer treedt weer in wer-
king zodra u langzamer rijdt dan de in het
geheugen opgeslagen snelheid.
Als de functie snelheidsbe-
grenzer (na verschillende po-
gingen om deze in te schake-
len) niet beschikbaar is, neemt
u contact op met een merkdealer.
Onmogelijkheid om de ingestelde
maximum snelheid vast te houden
Tijdens een steile afdaling kan het zijn dat
het systeem de maximumsnelheid niet kan
aanhouden; in dat geval knippert de inge-
stelde snelheid op het instrumentenpaneel
en hoort u een regelmatig een geluidssig-
naal.