CONTROLE- EN WAARSCHUWINGSLAMPJES
De hierna beschreven weergave informatie HANGT AF VAN DE UITRUSTING VAN DE AUTO EN VAN HET LAND.
š
Controlelampje markeringslicht
á
Controlelampje grootlicht
k
Controlelampje dimlicht
g
Controlelampje
voor
Controlelampje mistachterlicht
Controlelampje automatisch
grootlicht ➥ 1.112
–
Controlelampje richtingaanwij-
zers links
˜
Controlelampje richtingaanwij-
zers rechts
å
Richtingaanwijzerairbag
Het licht op bij het aanzetten van
het contact of het starten van de motor en
dooft binnen enkele seconden.
Als het niet oplicht bij het aanzetten van het
contact of als het oplicht bij draaiende motor,
wijst dit op een storing in het systeem.
mistlichten
Raadpleeg zo spoedig mogelijk een merk-
dealer.
Waarschuwingslampje stop on-
®
middellijk
Dit gaat branden wanneer het contact wordt
aangezet of de motor wordt gestart en dooft
zodra de motor draait.
Het gaat tegelijk met andere waarschu-
wingslampjes en/of boodschappen branden
en gaat vergezeld van een geluidssignaal.
Voor uw veiligheid dwingt dit u direct te stop-
pen zodra dit op veilige wijze kan.
Stop de motor en start deze niet opnieuw.
Roep de hulp in van een merkdealer.
(2/6)
D
Het licht op bij het aanzetten van het contact
of het starten van de motor en dooft binnen
enkele seconden.
Als het tijdens het remmen gaat branden
met het waarschuwingslampje
er een geluidssignaal klinkt, dan wijst het op
een daling van de hoeveelheid remvloeistof
of een storing aan het remsysteem.
Stop onmiddellijk en raadpleeg een merk-
dealer.
Ú
Het licht op bij het aanzetten van het contact
of het starten van de motor en dooft binnen
enkele seconden.
Als het tijdens het rijden gaat branden samen
met het waarschuwingslampje
een geluidssignaal klinkt, betekent dit dat
het elektrische circuit onvoldoende of te veel
geladen wordt.
Stop en roep de hulp in van een merkdea-
ler.
Waarschuwingslampje storing
remsysteem
®
Waarschuwingslampje laad-
stroom
®
en er
1.79
en